353
indeling die overeenstemt met de ramen van de verdieping. Ook
is een nieuwe voordeur aangebracht. Het raam daarboven werd
met gebogen roeden versierd. Merkwaardig is dat het voordeur
kozijn rechtstreeks tegen de belending staat en de eigen gevel
hier geen muurdam heeft. Spectaculair zijn vooral de verbeterin
gen van het inwendige. De balken in het plafond herinneren aan
de oude constructie. Overigens is binnen alles nieuw geworden.
De door de vorige eigenaren gemaakte uitbouw bleef gehand
haafd en werd van passende ramen voorzien. Van deze vergro
ting is bij de inrichting een goed gebruik gemaakt. Er ontstond
een werkelijk ideale woonruimte. De lengte bedraagt 16 meter;
de tuin behield nog een diepte van bijna 11 meter.
De restauratie en verbouwing werden uitgevoerd onder leiding
van architect J. van Brugge. In maart 1973 was het huis voor
bewoning gereed, 10 jaar nadat Boot het achter liet en de toe
komst van dit monument onzeker werd.
De huisjes Groot Heiligland 46 en 48 behoren tot de meest be
scheiden pandjes die wij in deze buurt aantreffen. Sinds 1917
waren zij de woning en de winkel van de „oudhedenkoopman"
J. A. Reckman. Door het grotendeels wegbreken van de tussen
muur had hij de huisjes samengevoegd. Reckman overleed in
1969. De Stichting „Diogenes" zag reeds een restauratie in het ver
schiet. Op zeker ogenblik hing een dreiging in de lucht van ver
koop aan een handelaar in onderdelen van oude auto's, tezamen
met het hoekhuisje en de panden Nieuw Heiligland 11, 13 en 15,
die eveneens tot de nalatenschap van Reckman behoorden. Dit
beloofde geen gunstige ontwikkeling te worden. De gemeente
besloot toen tot aankoop. Groot Heiligland 46 en 48 werden ver
volgens doorverkocht aan „Diogenes". Architect J. H. Smidt
maakte een plan en de aannemer C. G. Waleveld voerde het
uit.
De woning Groot Heiligland 46 is de kleinste en de oudste van
de twee. De bouw vond vermoedelijk gelijktijdig plaats met het
Verwershofje, omstreeks 1598. Het huisje aan de straat lag in
het verlengde van de zuidelijk gelegen hofjeswoningen. Ook de
hoogte stemde daarmee overeen. Het is dus mogelijk dat 46 een
deel was van het hofje. Volgens een veilconditie uit 1809 be-