51
bedeus", herdrukt in zijn bundel Acht lezingen, 1969, en „Jaco
bus van Looy in het huis van zijn jeugd", verschenen in Jaar
boek Haerlem 1970 en in Levende Talen 1970.
Van Dis was een harde werker, heel zijn wezen straalde activiteit
uit. Hij bezat groot zelfvertrouwen en grote invloed op anderen;
zijn gave van overtuigen maakte hem in een groep mensen van
zelf tot de aangewezen leider. Vraagt men naar de inspiratie
bronnen van dit rijke leven, dan moet het antwoord luiden: Van
Dis was een gelovig christen en een overtuigd socialist. In Bloe-
mendaal en in Naarden was hij lid van de Hervormde kerkeraad.
Van zijn' vast vertrouwen in de Goddelijke genade heeft hij tot
in zijn laatste maanden, toen hij wist dat hij aan een ongeneeslijke
ziekte leed, getuigd. Zijn socialisme was alleen maatschappelijk,
niet politiek gericht. Hij was wel partijlid (van de SDAP, van de
PvdA, korte tijd van DS '70, tenslotte partijloos), maar hij heeft
nooit neiging gehad zich in de praktische politiek te begeven.
Ik kende Leo van Dis vluchtig uit zijn studietijd te Utrecht, maar
ik heb hem pas goed leren kennen in Haarlem. Heel nauw heb ik
met hem mogen samenwerken in het Comité tot behoud van het
Huis Van Looy, dat in oktober 1948 op initiatief van dr. J. van
der Eist en mij was opgericht. Nog vóór er beslissende stappen
waren gezet, ontviel ons zeer plotseling, op 13 december 1948,
de ziel van het Comité, de onvergetelijke Van der Eist. Het was
kort dag: de veiling van de schilderijen en tekeningen van Van
Looy stond voor de deur. Ik heb toen na overleg met Spoelder,
Van Dis gevraagd de plaats van Van der Eist als voorzitter van
het Comité in te nemen. Spontaan zei hij: ik heb eigenlijk al te
veel werk, maar ik doe het. Onmiddellijk ontplooide hij een dy
namische activiteit; hij zag beter dan iemand anders hoe de zaak
aangepakt moest worden. Hij belegde besprekingen met de (over
't geheel zeer welwillende) Erven-Van Looy en hun advocaat mr.
W. Veenhoven, met het gemeentebestuur, met de veilinghouder,
hij organiseerde de geldinzameling, trok er zelf onvermoeid op
uit om potentiële geldgevers persoonlijk te bezoeken. Het resul
taat is bekend: op de veiling 25 januari 1949, kocht het Comité
voor de bijeengebrachte 14.000 een honderdtal Van Looys,
de Erven-Van Looy, zowel gezamenlijk als individueel, vulden