63
huwelijk met hun jongere zuster. In 1016 vestigde hij zich als
vrouwenarts te Dordrecht, in 1917 te Leiden en in 1929 te Haar
lem. De keuze van zijn beroep was geen toeval: hij voelde zich
sterk aangetrokken tot vooral de menselijke kant ervan.
Zoveel patiënten hebben naast de technische hulp de opbeurende
kracht van zijn persoon leren waarderen. Zijn optimistische in
stelling maakte het daarbij mogelijk dat hij in ieder geloofde; hij
ging ervan uit dat ieder mens iets waardevols bergt en dat het
ontdekken daarvan een taak en een vreugde betekent. In zijn
optreden en zienswijzen in en buiten zijn vak trad een grote
eerbied voor de medemens, voor het menselijk leven, aan de dag.
Zijn huwelijk schonk hem drie kinderen; deze met de grote
schaar aangetrouwde en kleinkinderen vormden een bron van
vreugde voor hem. In 1962 stierf zijn beminde vrouw, die hij ook
in moeilijke tijden zo liefderijk had gesteund.
De trouw aan een aanvaarde taak, aan de personen aan wie hij
zich verbonden voelde, kon niet beter worden uitgedrukt dan in
het erelidmaatschap van de Haarlemse Sociëteit „Trou Moet
Blijcken" die hij door zijn trouwe aanwezigheid en in verschil
lende bestuursfuncties lange tijd heeft gediend. Zijn spreekwoor
delijke gevoel voor humor zal aan de laatste activiteiten niet
vreemd zijn geweest. Hij was een man van gezelligheid, die een
anecdote op boeiende wijze wist te brengen, maar hij was ook
een goed luisteraar.
Het klimaat in Haarlem lag hem: hij voelde zich er geheel thuis
en was dankbaar dat hij daar zijn leven mocht beëindigen. Om
gekeerd kan het niet anders of dat Haarlemse klimaat is mede
gevormd door zijn invloed.
Zijn leven in algemene zin, en zijn burgerschap van Haarlem in
het bijzonder, is een vervulling geweest van de hoge idealen die
hij zich stelde.
C. H. O. M. von Winning