69
daarvan bewust genoten, pas het laatste jaar beseffend dat dit
geluk slechts ruim zes jaar zou mogen duren. En wij mensen
kinderen vragen ons dan af, waarom juist deze man zoveel ver
driet te verduren kreeg en ons op betrekkelijk jonge leeftijd moest
ontvallen. Was het, omdat hij genoeg proeven van Hogerhand
had doorstaan en ruim voldoende bewezen had dat hij een „goed
mens" was?
Vanzelfsprekend was deze Haarlemmer sedert jaar en dag Broe
der van „Trou Moet Blijcken". Niet alleen voor zijn intieme
vrienden doch ook buiten die kring heeft Johan de zinspreuk van
deze oude Haarlemse Sociëteit in toepassing gebracht. Daarom
zal Gunning in dankbare herinnering bij velen onzer lang blijven
voortleven.
P. DE JOSSELIN DE JONG