94
1950: in de winter loopt de molen zware averij op die pas begin
mei wordt hersteld.
1954: stormschade.
1957: eindelijk wordt de gemeente Velsen eigenaar, wat zowel
het behoud voor de molen betekent, alsmede een grondige
restauratie in 1962.
1973: augustus-september, als kroon op het restauratie-werk
wordt de kap opnieuw gedekt met riet, door de Fa. Mole
naar. Tien jaar geleden, bij de grote restauratie, was dit
nog niet nodig. Maar dan nu toch een frisse nieuwe licht
bruine kap.
Ontstaan en uiterlijk van een stellingmolen
Het lijkt misschien vreemd, dat de grondzeiler korenmolen in
1779 werd vervangen door de hoge stellingmolen „De Santhaes".
Toch is dit zeer goed verklaarbaar. In de tijd van het ontstaan
van „De Santhaes" groeiden de steden en dorpen onrustbarend.
Rondom de dorpen nam ook de beplanting sterk toe. De grond-
zeilers die op de grond stonden en zo makkelijk bediend konden
worden, werden steeds meer ingebouwd en vingen geen of nau
welijks nog wind. Grondzeilers in de vlakke polders hadden geen
last van de bebouwing. Op de hoge stadsmuren stonden alleen
de walmolens die genoeg wind konden vangen omdat ze boven
de bebouwing uitstaken.
In dorpen en steden ging men de molens op een verhoging zet
ten. De molens werden hierdoor moeilijk te bedienen, in ieder
geval niet vanaf de grond. Ook bij de zeer hoge „Santhaes" moest
een voorziening worden gemaakt zodat de mulder bij de wieken
kon komen om de zeilen te beleggen, het kruirad te kunnen
draaien of de vang te kunnen presenteren (de vang is de rem van
de molen).
Deze voorziening bestaat uit een rondgaand plankier met leuning
welke halverwege rondom de molen is aangebracht, de „zwicht-
stelling" met „balie".
„De Santhaes" heeft een zeer bijzondere stelling, deze is namelijk
van Friese afkomst. De wieken en ook de staart komen uit op de
zwichtstelling waarop de kap rondgekrooien wordt. En in plaats