227 nen nog vele familiebanden worden aangetoond, maar het bewijs is, dunkt me, voldoende geleverd. Ook waren de brouwers niet de enigen, die in de Cloveniers zaten. Jan Ruychaver was een moutmaker en Cornelis Janszoon een molenaar. Zonder de relaties uit te diepen tussen schutterij en draperie, zal het duidelijk zijn dat een groot percentage schutters werd gerecruteerd uit de grootste industrieën, uit de meest bedreigde industrieën. Al bestaan er helaas geen leden lijsten van de Kruisboogschutters, we mogen aannemen, dat die lijsten een identieke groep uit de Haarlemse samenleving zouden hebben opgeleverd. Hoofdstuk iii Haarlem na 1560: Maatschappelijke veranderingen Tegen het midden van de jaren '60 in de 16de eeuw was de politieke situatie in de Nederlanden niet alleen beweeglijker ge worden, maar er had zich een desintegratieproces ingezet en een openlijke opstand was niet veraf meer. Iets wat als zodanig niet in de politieke sfeer lag, maar desalniettemin grote invloed uit oefende op alle aspecten des levens, het politieke incluis, was, met al zijn vitaliteit, de prediking van het Calvinisme. De dragers van de calvinistische standaard verspreidden zich door alle pro vincies en droegen daarmee veel toe aan de groeiende onrust. Al waren de verschillende verstorende invloeden het sterkst in de zuidelijke provincies, in de grote bevolkingscentra van Vlaan deren en Brabant, toch kon Haarlem niet geheel onaangetast blijven. Ook Haarlem ervoer de uitwerking van de woelige jaren '60. Hoewel de stad er in slaagde - fysiek - die jaren vrij onbescha digd door te komen (geen geringe prestatie als men bedenkt, dat de vernielzucht van de Beeldenstorm in 1566 losbrak), werden toch grote veranderingen in Haarlems samenleving steeds duide lijker. Het waren veranderingen, waarvan de invloed niet ten volle gepeild zou en kon worden vóór de tweede helft van 1572.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 229