255 den Prince van Orangien te kennen voier een stadthouder, blijven wilden of nijet, waerop van hem allen veel liever te sterven dan den eedt te breeken geantwort is" 20. De schrijver van bovenstaande passage was kennelijk behoorlijk vooringenomen. Ripperda's toespraak, ofschoon geëmotioneerd, was zeker niet „ontsinnich": „Ghij vroome burgher en schutters die hier vergadert sijt, suit weten dat hier een brief aen Burghe- meesters ghecomen is, inhoudende datter noch ghenade is te vercrijghen bij Don Frederico, daeromme Dierick de Vries uut ghetrocken is nae Amsterdam. Ghi vroome burghers ghij cont wel dencke wat ghenade dat ghij vercrijghen soudt ende wat eedt dat ghij den Prince van Orangien ghedaen hebt. lek ben van meeninghe mijnen eedt te betrachten ende wil die leste droppel bloets voor die burghers deser Stadt opzetten. Sijt ghij nu sulex van meeninghe mede te doen ofte niet, wilt dat vrijmoedigh segghen" 21. Er werden brieven verstuurd naar de Prins, op dat moment in Delft woonachtig, die hem van de gang van zaken op de hoogte brachten. Ondertussen begon men zich in de stad koortsachtiger dan ooit voor te bereiden op de aanval. Er werden nog meer voorraden de stad binnen gebracht, de hulp van nabij gelegerde Geuzendetachementen werd ingeroepen en alle poorten en andere toegangen tot de stad werden op slot gedaan en bewaakt. Toen kwam een deel van de delegatie uit Amsterdam terug: „Den 4e Decembris 1572 is Christoffel van Schagen ende Mr. Adriaen van Assendelft pensenarius smorgens eer die poort open gedaen werden van Amsterdam tot Haerlem nergens aff weetende ge- comen en sijn op denselfden dach gevangen nae den Prince van Oraingen tot Delft gesonden. Maer Dirick Jacobszoon die Vries oude burgemeester is tot Amsterdam gebleven ende en quam noeijt weder in stadt dan int jaer van 1574" 22. Van Schagen en Van Assendelft werden onthoofd, na een proces, dat een aanfluiting mocht heten. Misschien hadden zij dan wel geen misdaad begaan en zeker was die „misdaad" niet erger dan wat de vroedschap had gedaan door hen uit te sturen, maar de Prins had vast besloten dat er een voorbeeld moest worden ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 257