277
naar de Franse kerk waar een dominee, genaamd La Rochette,
preekte over de tekst „Ne succombe point aux convoitises char-
nelles" (bezwijk niet voor vleselijke lusten). De preek was uit
stekend, maar de dominee had zo'n hoogdravende manier van
voordragen, dat de idee bij me opkwam te denken dat hij een
farizeeër was.
Verder bleef men die dag thuis, waar men onverwacht werd ver
rast met een bezoek van de Amsterdamse oom en tante. Na het
diner zaten we in de tuin van tante (Van Varelen) om de mensen
te zien voorbijkomen. Terwijl we keken, zagen we ineens onze
oom en tante uit Amsterdam die van Sloterdijk kwamen, waar
ze geen weerstand hadden kunnen bieden aan de brief die we hun
hadden geschreven. We gaven een harde gil en vlogen naar de
deur. De anderen, die niets gezien hadden maar wel gehoord,
schudden 't hoofd bij de idee dat we iemand in het water hadden
zien vallen dat voor 't raam stroomt. Maar spoedig was hun
vrees verdwenen, toen ze degenen zagen op wie ons oog gevallen
was. Ik heb bijna nooit zon plezier gehad.
Maandag 16 augustus. We zagen het Proveniershuis, een huis
waar men betaalt naar gelang van de leeftijd die men heeft en
waar men z'n hele leven kan blijven. Vandaar gingen we naar het
bos, waar een grote menigte was ter gelegenheid van de paarden
markt, waar Teniers en Ostade zeker heel wat schilderijen heb
ben gemaakt. Ook na 't diner bleven we nog in de tuin. Het is
ter gelegenheid van Hartjesdag („Hartgestag dat zoveel mensen
aan de wandel zijn - het is deze dag toegestaan om te jagen en
iedereen eet konijn.
Op 17 augustus bezocht men het Teyler-museum en daarover
weet Nina het volgende te vertellen: Teiller was een zeer gierig
man die vijf miljoen heeft nagelaten om een instituut voor schone
kunsten te stichten. We zagen het huis vanmorgen. De elektrische
machines zijn superieur aan alle andere in Europa. We klommen
naar de top van de toren om het uitzicht te zien, maar het weer
was niet helder. De manuscripten in dit museum zijn prachtig
geschreven en getekend door monniken die geloofden dat ze hun
zonden daarmee konden afkopen. Daarom is het natuurlijk, dat
ze zo goed gemaakt zijn. Het instituut als geheel is niet minder