bestuurslid van vele verenigingen, geeft in dit boekje, oorspronke lijk een voordracht voor „Haerlem", een fraaie biografie van de echt Haarlemse dichter Jan van Walré uit het eind van de 18e en begin van de 19e eeuw. Daar Van Walré met beide benen in het Haarlemse leven stond geeft dit boekje niet alleen informatie over Van Walré's dichterschap, maar via dat ook over het Haarlemse leven in zijn tijd1'1). 1923 H.E. Knappert, Van oude tijden, schetsen uit Haarlem's verleden, z.pl. (Haarlem), 1923, 76 blz., ing., geïll. In de zomer van 1923 deelde de hoofdredacteur van het Haar lems Dagblad, J.C. Peereboom, mee dat de krant een keuze uit de artikelen van Haarlems gemeentearchivaris Knappert, verschenen sedert 1921 in Haarlems Dagblad, zou uitgeven in boekvorm. Hij bood de vereniging „Haerlem" 400 exemplaren aan, voorzien van het vignet der vereniging, om gratis aan de leden uit te reiken. Dit geschenk werd dankbaar aanvaard en zo bestaan er van Knap- pert's boekje exemplaren met en zonder het vignet van „Haer lem"62). De twaalf schetsen handelen over uiteenlopende onderwerpen als de geschiedenis van de stadsbibliotheek; het testament van Alida van Teffelen; Elisabeth Hoofman, Willem Kops en E. v. Zurk; Groeneveen onder Velsen; het ontbijt van de hertog van York in de Grote Kerk; Bilderdijk; Nieuwjaarsgiften; etc. 1923 ,A.H. Garrer, Geschiedenis van het Remonstrantsche hofje 1774-1924, Haarlem 1923, 60 blz., ing., geïll. Begin 1924 bestond het Remonstrantsche hofje 150 jaar. Ter ge legenheid daarvan schreef dr. A.H. Garrer, oud-rector van het gymnasium maar ook bestuurslid van de Remonstrantsche ge meente te Haarlem, een werkelijk uitstekend overzicht van de geschiedenis van dit hofje, gevestigd in de overblijfselen van het Ursula-klooster. Het boekje werd gedrukt in een oplage van 500 exemplaren voor 320,De Remonstrantsche gemeente nam er een aantal van af en droeg ook bij in de kosten. Prijs voor leden: 1,voor niet-leden 1,5063). 173

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 175