paaltjes' een vrijwel onbelemmerd uitzicht genoot op de War moesstraat en een gedeelte van de Oude Groenmarkt, dan is het wel duidelijk dat wij in J.J. van Brederode een monument bezitten aan stedelijke berichtgeving. Zijn valkenoog en ijzersterk geheu gen stelden hem in staat om voorvallen, die anders aan de wereld geschiedenis ontsnapt waren, zoals het aanleggen van een riool buis op de Krocht of de val van een bloempot in dat gedeelte van de Koningstraat, hetwelk hij vanaf zijn bankje overzien kon, ge trouw in zijn herinnering te bewaren en soms twintig jaar later, als niemand er meer op bedacht was, even onverhoeds als snedig te pas te brengen" (Bomans). En boven dat plein klinken dan iedere avond heel degelijk van negen tot half tien de Damiaatjes. ,,Ik weet nog van vroeger datje met stil weer de klok zelfs in de Spanjaardslaan kon horen. Wij jongens wisten dan wanneer wij hard naar huis toe moesten (Van Schendel). Alleen geboren Haarlemmers weten blijkbaar de klank van de Damiaatjes te waarderen, want dit schrijft Van Deyssel: „De heer Van Looy heeft Haarlem tot woonstede verko zen ook omdat dan zoo als in de vroege jeugd de klank der Damiaatjes de lucht boven hem weder zouden vervullen. De Da miaatjes, welk een poëzie. Mij leek het enigszins een muziek van een niet buitensporig melodiëusen triangel", en Ferron, die bijkans onder de Grote Kerk woont, is ook niet helemaal enthou siast .de soms zenuwtergend klingende klokjes in de toren van de Sint Bavo". Geboren Haarlemmers: keurige mensen hoor! Is er veel veran derd sinds Willem Muiier in 1892 in Eigen Haard opmerkte: „De Haarlemmers zijn eenvoudigweg ouderwetsche, kalme menschen en typische Hollandsche stadsbewoners". „De dames te Haarlem hebben het stemmige Hollandsche stadsvrouwenkarakter, stem mig gekleed, stemmig gaande en in alle opzichten stemmig zich gedragend" (Van Deyssel). De Haarlemmer kocht zijn „bolhoeden bij Prinsen in de Groote Houtstraat, de beste en de duurste. Als je bij Prinsen kwam, ging hij na je hoofd even aandachtig bekeken te hebben, een hoed halen en zei dan meneer, dit is uw hoed en dan was het ook zo. Je 210

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 212