wijkraad in de Heiliglanden. Deze vond het plan een verschrik
king en zond een telegram aan de koningin. Wie nu gaat kijken
ziet dat de verdieping er inmiddels met rasterwerk en al toch is
gekomen. In de architectenwereld heerst de opvatting dat ook in
oude steden „eigentijds" gebouwd moet kunnen worden. De op
lossing toont verwantschap met nieuwe kleedhuizen bij sommige
sportvelden. Het is de vraag of er wel sportief gehandeld is door
dit historische complex met deze lichtelijk uit de toon vallende
muziekdoos op te luisteren.
Soms lijkt het of een dossier een bepaald gewicht moet hebben
voordat de betreffende materie rijp is voor een beslissing. In het
opbergen gespecialiseerde ambtenaren zijn aanhoudend bezig met
het bijvoegen van rapporten en verslagen van vergaderingen. Tot
de onderwerpen waarvan de papierproduktie nog in volle gang is
behoort ook het beschermde stadsgezicht. Eén van de eerste stuk
ken hierover was een in 1973 ontvangen brief van de rijksdienst
voor de monumentenzorg. Daarin werd voorgesteld de historische
kern van Haarlem aan te wijzen tot beschermd gebied. De be
voegdheid tot zo'n maatregel berust bij het ministerie van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk, tezamen met het ministerie
van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Dit is vastgelegd in
de monumentenwet van 1961. De gemeente kan tegen een derge
lijke aanwijzing bezwaar maken maar heeft uiteindelijk geen be
slissende stem. Van rijkswege wil men de zaak echter elegant
spelen. De gemeente wordt dus niet meteen voor een feit gesteld
maar mag zich eerst uitspreken. Verwacht werd een besluit van de
raad waarin deze verklaart in beginsel met de aanwijzing in te
stemmen. Men reageerde ten stadhuize niet bepaald opgetogen.
De voor- en nadelen werden op een rijtje gezet. De positieve
kanten sprongen er blijkbaar nog niet erg overtuigend uit. De
plaatsing van dit onderwerp op de agenda van de gemeenteraad
werd althans telkens opnieuw uitgesteld. Deze trage gang van
zaken had geen gunstige invloed op de bereidheid van beide mi
nisteries tot subsidieverlening voor woonpanden die onderdeel
zijn van het historische stadsbeeld. In de betreffende regelingen
wordt namelijk de voorwaarde gesteld dat er sprake moet zijn van
354