De Kerkelijke pers geeft een indrukwekkend résumé, waarbij op
valt een serie praesidiaten in kerkelijke colleges en maatschappe
lijke verenigingen (o.a. jarenlang van het Provinciaal Kerkbe
stuur, later de Provinciale Kerkvergadering van Noord-Holland).
In de oorlog heeft hij, als bestuurslid van de Stichting Meer en
Bosch/Bethesda Sarepta, voor de belangen van het Protestantse
inrichtingswezen pal gestaan, en daarvoor met gevangenschap de
tol betaald.
Hij had een speciale liefde tot de jeugd en haar interessen en tot
de eenvoudigen van geest (want hunner is, naar de Bergleer in
Mattheüs 5-7 zegt, het Koninkrijk der Hemelen). Zo gaf hij ruim
22 jaar les in de bijbelkunde en kerkgeschiedenis aan het Christe
lijk Lyceum te Haarlem en kende hij de vragen en behoeften
zijner gemeenteleden tot in de vele hofjes toe.
Tot de talenten waarmee hij begiftigd was, en die hij gebruikte,
behoorde een vermogen om geduldig en ingespannen te luisteren
bij huisbezoek en lezingen. Zijn gehele persoon was er steeds bij
betrokken.
Vragen wij naar het geheim, hoe er lijn en richting in de veelheid
van gaven, tegenstellingen en belangstellingen is geweest, dan laat
ik hem zelf aan het woord:
„De bijbel leert ons af ons heil te zoeken in onze eigen gedachten,
behoeften en ervaringen. Wij kunnen die niet negeren, maar zij
worden door de bijbel gesteld in relatie en wisselwerking met
Gods gedachten over ons, Zijn wil, Zijn doeleinden. Belangrijker
dan ons zoeken naar God is Zijn zoeken naar ons". En even
verder: „Christus is een levende werkelijkheid in ons menszijn
van elke dag. Hij maakt ons bewust dat wij een roeping hebben te
vervullen, die aan ons leven zin geeft." En wederom: „Enerzijds
is het leven: zelfstandig denken, beslissen, handelen. Anderzijds is
het: luisteren, volgen, gehoorzamen en trouw zijn."
In de mij toegemeten ruimte ga ik voorbij aan o.a. de talrijke
lezingen over culturele-, zendings-, sociale-, en literaire onderwer
pen voor allerlei kerkelijke en niet-kerkelijke groepen. Zijn rijk
gevulde leven verdient een meer uitvoerige biografie.
Voor het Jaarboek van de Vereniging „Haerlem" volsta ik met dit
49