vonden. De toekomstige bestemming van de paal was nog niet
zeker4-0). De paal berust thans in het magazijn van Monumenten
zorg en verdient t.z.t. een plaatsje in het Historisch Museum
Zuid-Kennemerland.
204 Teylers Hofje, 1968-1970
In verband met de reorganisatie van het Donkere Spaarne en de
Koudenhorn, waarbij o.m. het wegdek door asfalt werd vervan
gen, verzochten de directeuren van Teylers Stichting de gemeente
om de bestrating voor het front van het holje terug te brengen in
de toestand zoals deze aan het eind van de 18de eeuw door Leen-
dert Viervant was ontworpen. Tevens verzocht men om een half
cirkelvormige boombeplanting voor het hofje. Ook „Haerlem"
steunde deze suggestie, maar de gemeente had andere plannen, die
ook verwezenlijkt zijn421). Uit de huidige toestand blijkt dat ten
dele aan de wensen is voldaan. In hetzelfde jaar kregen directeu
ren van Teylers Stichting een subsidie van 1.200,voor het
opschilderen van het wapen van Teyler in het frontispice van het
hofje en voor het aanbrengen van een nieuwe hardstenen paal in
de erfafscheiding vóór het hofje422).
205 Dreef 38 en 40, 1969
Op 2 april 1969 schreef „Haerlem" aan de minister van CRM dat
de panden Dreef 38 en 40, „Overbosch" en „Oostenhout", een
zeer verwaarloosde indruk maakten en het aanzien van de
„Champs Elysées van Haarlem geen goed deden. De vereniging
verzocht de minister maatregelen te willen nemen om het behoud
van deze twee, terecht op de Monumentenlijst geplaatste panden
te verzekeren.
Reeds op 8 mei volgde het teleurstellende antwoord van de minis
ter dat hij niet op het verzoek kon ingaan, daar hij „om mij
moverende redenen" een vergunning had verleend tot afbraak van
de twee panden. Spoedig waren beide panden verdwenen en al zes
jaar kijken de passanten naar een bont geschilderde schutting!423).
206 Nieuwbouw plannen Stationsplein, 1969-1970
Een van de belangrijkste protesten van „Haerlem" van de laatste
jaren betrof de bebouwingsplannen van het Stationsplein.
276