haalde, was overigens slechts indirect het gevolg van zijn weri zaamheden als advocaat. Als politiek redenaar voor de Bond van Vrije Liberalen deedh tijdens de kamerverkiezingen van 1909 te Ommen een scherp aanval op de kandidatuur van de gewezen minister-presider Abraham Kuyper, daarbij gebruik makend van gegevens dk hem in zijn hoedanigheid van advocaat van een met faillisse ment bedreigde cliënt ter ore waren gekomen. De geruchtma kende „lintjesaffaire" was geboren. Dat het juist Tideman was die de kat de bel aanbond, was nie louter toeval. Immers, in zijn woonplaats Bloemendaal kwamdf zaak aan het rollen. In december 1906 werd Tideman om advies gevraagd doorzijr plaatsgenoot W. van Dieren Bijvoet, eigenaar van een bleke rij63). Deze bleek in ernstige financiële moeilijkheden te verke ren als gevolg van het feit dat hij grote sommen gelds har voorgeschoten aan een nichtje, Mathilde Westmeyer. Mejuffrouw Westmeyer had er geen geheim van gemaakt datzij op zeer goede voet stond met Abraham Kuyper en met twee rijke Amsterdamse kooplieden, de gebroeders Lehmann, of grond waarvan zij meende haar oom te kunnen geruststelier inzake terugbetaling van het geleende geld. Gedurende enigs jaren had zij haar oom op die manier aan het lijntje gehouden Tideman aan wie dit allemaal nogal onwaarschijnlijk in de oren klonk, attaqueerde vervolgens mejuffrouw Westmeyer: zij moest binnen drie dagen met bewijzen op tafel komen of hij zot Tideman bij schietoefeningen van de Vereeniging voor Volksweerbaarheid te Bloemendaal, ongeveer 1902. Tideman is de figuur met bolhoed linksachter de geknielde schutter. (Coll. Gemeentearchief Bloemendaal.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1978 | | pagina 100