hoogleraarsjubileum van zijn leermeester Bolland. Tidemar
vraagt zich hierin verbaasd af hoe het toch mogelijk isdat deze
veelzijdige man zich zelf geworden aan den grooten omwente
ling der logica, zoo afgewend staat van 't sociaal proces van
ommekeer dat bezig is zich over de geheele aarde te voltrek
ken Hij weet niet van het baloorig, want bewust geworden
volk hoe vreeselijk het door zijn meesters is misbruikt. Hoe staai
een man als (Domela) Niewenhuis in dat opzicht hem hooger".
Toch vreemd, deze woorden uit de pen van de tien jaar daarvooi
zo hartstochtelijke vrijliberale Tideman, woorden immers die
elke socialist zou kunnen onderschrijven.
Een kritiekloos bewonderaar van Bolland was Tideman dus
allerminst. Het fervente antipapisme van de Leidse hoogleraar
zal hem echter stellig hebben aangesproken.
Als strijder tegen de veronderstelde dreiging die er van Rome
uitging kreeg Tideman in deze jaren steeds meer bekendheid
Vandaar dat het bestuur van de vrijdenkersvereniging ,,De Da
geraad'' zijn hulp inriep als advocaat naar aanleiding van een
incident dat zich op Tweede Paasdag 1918 had voorgedaan te
Lisse. Een dertigtal colporterende Dageraadsleden was daaf
door de goed-Roomse bevolking afgetuigd en zelfs ten dele het
ziekenhuis ingeslagen. „Deze zaak was koren op mijn molen,
schrijft Tideman in zijn brochure „Rome te Lisse, verslag van
een pogrom". Op een protestbijeenkomst door „De Dageraad
belegd in het Haarlemse Brongebouw, was het Tideman die als
spreker de meeste indruk maakte op de jeugdige Jacques de
Kadt75). „Geen vrijdenker maar wel een vrije denker", noemde
Tideman zich bij die gelegenheid.
Karakterologisch hadden Tideman en De Kadt wel wat gemeen.
Ook de laatste zal zich ontpoppen als een vrije denker, die niet
bereid was ooit een blad voor de mond te nemen. De Kadt ging
Tideman te zijnen huize in Bloemendaal opzoeken, aangetrok
ken als hij was door diens belezenheid en eruditie. Bovendien
had Tideman toegezegd het communistische blad „De Tri
bune", waaraan De Kadt toen medewerker was, financieel te
ondersteunen. Het geld moest De Kadt echter komen halen. Er
werd dan gediscussieerd over Marx en Hegel waarbij de eerste
in De Kadt, de ander in Tideman zijn verdediger vond. Tideman
was een kenner bij uitstek van Hegels filosofie, mede-oprichter
van het Genootschap voor Zuivere Rede, dat zich geheel op de
Hegelstudie toelegde, medeoprichter eveneens van de Interna
tionale School voor Wijsbegeerte te Amersfoort.
De Kadt ontmoette Tideman ook op de bijeenkomsten van de
Haarlemse afdeling van de Bond van Revolutionair Socialisti
sche Intellectuelen, in weerwil van de naam toch meer een
debatingclub dan een genootschap van samenzweerders.