het einde van zijn leven gebleven. Hij nam mij mede naar zijn
vriendelijk huis op het Spaarne, waar hij het ambtenaars-leven
vergat en de gezelligste gastheer was, en liet mij al mijn denk
beelden, zelfs mijn invallen vrijelijk vertellen. Het was zoo vroo-
lijk bij den stemmigen doch opgewekten de Vries aan huis. Alles
was zeer Hollandsch gekleurd: de namen der kinderen herin
nerden er aan dat men in een oud-Hollandsch huishouden
vertoefde: en de schrandere moeder - eene Reuvens hoewel
niet altijd vlug ter been, zorgde op haar rustigen stoel dat met
een blijden lach elk opkomend fronsen der wenkbrauwen van
den echtgenoot werd weggevaagd. De griffier disputeerde dan
met zijn ambtenaar. Hij gaf mij inzicht in de organisatie der
waterschappen van Noord-Holland. Hij leerde mij vooral eer
bied te hebben voor de regelen der administratie van staat en
Mr. H.P.G. Quack, naar een
steendruk van H.J.
Haverman uit 1898.