keurvorst van Brandenburg, Elisabetha Henrica, „verzamelde" zelfs dwergen, die zij met elkaar liet trouwen om zo een klein ras te fokken15)! Dat Cajanus in dienst van Friedrich Wilhelm I (1688-1740) zou zijn geweest, klinkt op zichzelf niet onaannemelijk. Als koning van Pruisen regeerde deze van 1713-1740; hij stond bekend om zijn voorkeur voor lange soldaten. Evenwel bracht hij dezen onder in een gardebataillon grenadiers, soldaten te voet, die geen „standaard" en geen „kornet", maar een „vaandel ge voerd door een „vaandrig", kenden. Bij bombardementen in het voorjaar van 1945 is het legerarchief van Potsdam echter totaal verwoest, zodat het bij de mededeling van Gjörvell blijft. De Nederlandse bronnen, die reppen over koning August II, kunnen afgeleid zijn van Cajanus' eigen verhalen. Wie was dan die August II, bijgenaamd de Sterke? Hij volgde onder de naam van Friedrich August I - welke naam zich leent tot verwarring met die van de genoemde Friedrich Wilhelm I - zijn overleden broer op als keurvorst van Saksen. In 1697 wist hij zich door omkoping en overgang tot het roomse geloof tot koning van Polen te laten kiezen. Samen met Peter de Grote van Rusland voerde hij oorlog tegen Zweden, maar hij moest het onderspit delven tegen Karei XII, die hem zelfs uit Polen verdreef en er Stanislaus Leszcynski tot koning liet kiezen. Ook deze had aan zijn hof een dwerg, Nicolas de Ferry, uit het Franse Plaisne, die door Stanislaus Bébé werd genoemd. Koning August II begon na een Zweedse nederlaag tegen de Russen opnieuw een oorlog en herwon de Poolse troon. Hij verzamelde rondom zich een schare van minnaressen - het aantal van zijn onwettige kinderen zou 354 hebben bedragen16) -, danseressen, castraten en gunstelingen. Een reus als tra want zal in dit gezelschap niet misstaan hebben, alhoewel het een vreemde plaats is voor de zoon van een lutherse predikant. August de Sterke, zo genoemd om zijn lichaamskracht, stierf in 1733, wat de aanleiding geweest kan zijn tot Cajanus' vertrek van dit hof. De kledingstukken op beide schilderijen wijzen niet op een Pruisisch, maar duidelijk op een Pools militair uniform. Voor een verblijf bij de koning van Polen pleit ook nog een brief uit Dresden, die in de reeds genoemde inventaris van Cajanus' boedel is aangetroffen. De brief is afkomstig van een zekere Joachem Henry Brunnly en gedateerd 11 mei 1731In Dresden en later ook in Warschau had August II zijn hof. Engeland (1734) In 1734 treffen we Daniel Cajanus opeens in Engeland aan waar 13

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1978 | | pagina 15