De flat, waar hij na zijn terugkeer uit de Lichtstad in terecht kwam, stond hem niet erg aan. De bewoner van het aan Lom- bardsteeg 14 grenzende hoekhuis wees de heer Josseaud op het aftandse gemeente-eigendom. De gemeente, blij dat zich eindelijk iemand aandiende die wat zag in deze bouwval, vroeg een bedragje waarvoor men op de vlooienmarkt maar net een afgedragen pak kan kopen. Wel werd de voorwaarde gesteld dat de gegadigde zou gaan restaureren. De heer Josseaud, in 1976 eigenaar geworden, was eerst van plan op de verdieping te gaan wonen en de begane grond te bestemmen tot werkplaats. Die oplossing kwam echter niet in aanmerking voor subsidie van het ministerie van Volkshuisves ting. Er is toen besloten, ook de ruimte beneden in de woning op te nemen. Nu kon er in de op 106.837 geraamde kosten zowel een bijdrage voor de woningverbetering als voor de res tauratie worden toegekend. Eind 1978 verscheen de aannemer J. Lucas om het kreperende monumentje onder handen te nemen. Al spoedig was het gere duceerd tot een gat in de straatwand. Slechts de voorgevel en de rechterbouwmuur mochten blijven staan. Ook het nog au thentieke kruiskozijntje uit de top van de voorgevel kon geen dienst meer doen. We zien op die plaats nu een schuifraam. De gesloopte muren zijn met gebruikmaking van de afkomende steen weer opgemetseld. Je kunt dit een radicale restauratie noemen. Om eventuele toekomstige bewonderaars niette mis leiden zouden eigenlijk het feit van de herbouw en het jaar waarin dat is gebeurd, op een daartoe in de voorgevel aan te brengen steentje vermeld moeten worden. Lombardsteeg 14 zal naar verwachting eind mei 1979 voor bewoning gereed zijn. Nu de heer Josseaud een aanzet heeft gegeven tot rehabilitatie van dit straatje, zou er ook eens iets moeten gebeuren met het rommelige gat tegenover zijn huisje. Jaren geleden is voorgesteld daar het Hofje van Gratie te her bouwen. Iets verder staat een hoge muur van het voormalige Bisschoppelijk Museum. Binnen enkele jaren zullen we er een gevel voor in de plaats zien van een kantoor voor de Justitie. Het is de vraag of daarmee deze eenvoudige doorgang naar het Begijnhof wel recht wordt gedaan. Donkere Spaarne 46 De straatnaam „Donkere Spaarne" is eigenlijk niet meer zo toepasselijk sinds de Stichting Diogenes hier haar licht liet schij nen met de restauratie van het fraaie huis nummer 56. Nadien volgde de klokvormige pakhuisgevel 52 en kortgeleden kreeg 46 een fikse beurt. 170

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1978 | | pagina 172