hij misschien als reizende curiositeit terecht was gekomen na
het overlijden van zijn Poolse werkgever.
Hierop duidt een levensgroot schilderij (315 x 183 cm), in 1734
geschilderd door Enoch Seeman. Het schilderij, dat in 1975 door
het Nationale Museum te Helsinki uit Engels bezit werd aange
kocht, toont Cajanus ten voeten uit: een knappe jongeman,
voornaam uitgedost met tressen, tulband en bontjas. Op een
steen links van hem staat te lezen: „Caianus, bom in Lapland
who was in London 1734. His hight is 7 foot and 10 ine. ae 28, E.
Seeman pinx. 1734". Enoch Seeman (1694/95-1744) werd in
Danzig geboren. Zijn vader, van dezelfde naam en ook kunst
schilder, trad in 1698 in dienst van koning August II, maar vertrok
in 1704 naar Londen. Enoch de jonge maakte meestal portretten
ten voeten uit, onder meer van koning George II, koningin Caro
line en de hertogin van Buckingham met haar zoon Edmund17).
Dat Enoch Seeman Cajanus schilderde, is waarschijnlijk in op
dracht geweest van John, graaf van Montagu, die Boughton
House in Kettering bewoonde.
Deze graaf had een zwak voor rariteiten. Er wordt beweerd dat
hij Cajanus als bediende onder zijn personeel opnam.
De kleindochter van Montagu trouwde met de graaf van Buc-
cleuch en zo kwamen zijn landerijen en Boughton House in het
bezit van de familie Buccleuch. Vermoedelijk verhuisde het
portret na dit huwelijk in 1767 naar Dalkeith Palace, het huis van
deze familie in Schotland.
Ofschoon Cajanus maar kort in Engeland verbleef, gaf zijn
verschijning aanleiding tot de meest fantastische verhalen. Om
dat zijn portret al spoedig naar het noorden verhuisde, ontstond
daar een Schotse sage met Daniel Cajanus in de hoofdrol:
„Heel lang geleden bracht Sir William Barclay, Lord of Red-
castle, te Inverkeilor in Schotland, uit Scandinavië een Zweedse
reus van 10 voet, genaamd Daniel Cajanus, en een Deense
dwerg, Licinius Calvus. Tijdens een groot diner stond de reus
achter de stoel van zijn meester maar van Licinius was geen
spoor te bekennen. Totdat hij met een sierlijke boog uit een
reuzepastei sprong. Het vreemde stel werd dikke vrienden en
toegewijde bedienden. Toen de Vikingen kwamen, redde Caja
nus meer dan eens in zijn eentje het kasteel. Maar tijdens een
van zijn grootste gevechten werd hij gedood en Licinius, zijn
beste vriend, stierf van verdriet"18).
Amsterdam
(1734-1745)
De komst van Cajanus naar Amsterdam is niet zo vreemd. Bij
het rondtrekken langs hoven en kermissen, zijn enige bron van
15