Spaarnwouderstraat Staan we met onze rug naar het zojuist beschreven monument 43 en 45 dan valt ons oog op de twee aan de heer J.A. Inpijn toebeho rende panden: Spaarnwouderstraat 43 en 45. Van de Spiegel straat uit loopt men er recht op toe. Op een door de rijksdienst voor de Monumentenzorg in 1964 gemaakte foto zien beide gevels er nog schappelijk uit. De ordentelijke vitrage wijst op een degelijke bewoning. Achter het rechterraam van 43 staan olielampjes uitgestald van een winkel nering die uit grootmoeders tijd lijkt te zijn overgebleven. Dit pand, links van 45 gelegen, bevat binnen nog de oorspronkelijke indeling. De in het midden staande voordeur geeft toegang tot een voorhuis. Tussen dit voorhuis en het achtervertrek zijn een trap en twee bedsteden. De bedsteewand in de achterkamer is betimmerd en ziet er redelijk gaaf uit. Een aan weerskanten met rondboogopeningen afgewerkte gang leidt naar een achter- bouw. Het voorhuis en de gang zijn geplaveid met tegels van Namense steen. Links van het voorhuis was een zijkamer. Nummer 45, in de vorige eeuw blijkbaar gesplitst in een bene den- en bovenwoning, heeft geen indeling meer die van histo risch belang is. De beganegrond doet dienst als magazijn en kantoor van het bedrijf van de eigenaar, dat zich bevindt achter 45 en 47. Opmerkelijk is dat elk van de twee huizen eigen bouwmuren heeft. Tussen de gevels is een spleet, de zogenaamde „snij ding". Dit verschijnsel komt in Haarlem veel minder voor dan in Amsterdam. Door ontruiming van 45 was er gelegenheid tot een onderzoek. Architect J. van Brugge kreeg hierbij hulp van de in 1970 nog jonge werkgroep van de vereniging „Haerlem". Hij maakte in dat jaar een opmetingstekening en een restauratieplan. Dit was een eerste stap op de moeizame weg naar subsidieverlening. Het plan is in de loop van de jaren een keer of zeven gewijzigd. De begroting liep op tot iets meer dan vier ton. Nadat de finan ciering eindelijk rond was kon de aannemer A.J. van der Putten in oktober 1978 met het karwei beginnen. De voorgevel van het linkerhuis wordt slechts weinig veranderd. De ramen krijgen een roedeverdeling volgens het links van de voordeur aanwezige model. Bij het rechterhuis is de bestaande indeling van de ramen op de tweede verdieping als uitgangspunt genomen. Het ondergedeelte van de gevel ondergaat daar een andere rangschikking van de ramen en de toegangsdeur. De gevels zullen oorspronkelijk zowel voor als achter gemet- seldetoppenhebbengehad. Slechtsde achtergevel van 45 wordt hiermee bij de restauratie weer bevoorrecht. De restauratie gaat samen met een inwendige verbouwing. Bij 43 182

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1978 | | pagina 184