Mijn afscheidsreceptie in de Gravenzaal bracht vele vrienden
bijeen die het mij mogelijk hebben gemaakt deze taak met
plezier te vervullen. Vooral de uit handen van Mr. H.E. Phaff
ontvangen legpenning van de Vereniging „Haerlem is hieraan
een door mij hoog gewaardeerd aandenken.
Ik dank allen nog eens hartelijk voor de ondervonden steun bij
het streven de stad te dienen met een inzet tot instandhouding
van haar architectonisch erfgoed.
Erkentelijkheid mag ook best bij herhaling worden geuit aan het
adres van burgemeester en wethouders. Dank zij het kloeke
besluit van dit college bestaat er sinds 1956 een afdeling Mo
numentenzorg. Van dat ogenblik af heeft deze sector elk jaar
een vaste plaats in het gemeentelijke beleid.
De laatste tijd krijgt de afdeling extra taken toegewezen door
inschakeling in het proces van de stadsvernieuwing. Dit is er een
bewijs van dat de medewerkers niet worden gezien als een
groepje hobbyisten, maar als mensen met nuchter realiteitsbe
sef en praktisch inzicht.
Op 18 januari 1979 ontviel ons de heer D.P. de Haan. Deze
collega speurde verscheidene jaren op het gemeentearchief
naar de geschiedenis van onze monumenten. Aan hem is het te
danken dat de afleveringen van Haarlems Monumentenzorg
rijkelijk van historische bijzonderheden konden worden voor
zien. Op het laatst wordt een mens zelf herinnering bij wat hij uit
het verleden verzameld heeft.
Wat er door de tijden heen is gebouwd kan worden beschouwd
als een afspiegeling van het menselijk bestaan. Bezig zijn met
monumenten wordt daarom pas boeiend als men zich verdiept
in het leven van de mensen die erbij betrokken waren. Dat geldt
ook ten opzichte van hen die zich als nieuwe gebruikers aandie
nen. Met de instelling van een dienende gezindheid zal monu
mentenzorg een voldoening gevende taak blijven.
193