Mevrouw L A. Leuven,
secretaris
P.W. Heemskerk,
2de secretaris
Jaarverslag 1978
Algemeen
„Haerlem" was ook in 1978 weer op tal van fronten actief in het
bevorderen van het historisch besef onder de Zuid-Kennemers.
Door het afwisselende lezingenprogramma, door het attende
ren van de overheid op dreigende verstoringen van de woon
omgeving in de ruimste zin van het woord - ook de bestemming
van het weidegebied ten oosten van de Mooie Nel bijvoorbeeld
door gevarieerde excursies en uiteraard de uitgave van het
omvangrijke jaarboek, waarin de gemeente Haarlem voor het
eerst participeerde.
De groeiende waardering voor het werk van onze vereniging
houdt duidelijk verband met de algemene tendens in deze tijd
om zich te bezinnen op het verleden. Als paddestoelen schieten
de winkeltjes in antiek en curiosa uit grootmoeders tijd uit de
grond. Bij het maken van plannen worden vaker kritische gelui
den gehoord tegen de misplaatste progressiviteit van een bull-
dozerpolitiek. En hier en daar blijkt het historisch gegroeide
stand te kunnen houden te midden van een wereld van beton-
gietinstallaties. Al blijft het soms bij een gevelwand, zoals bij het
Brinkmanncomplex op de Grote Markt, die het stadsbestuur uit
zelfrespect in stand liet.
In het verslagjaar is door het secretariaat eens nagegaan hoe
het staat met de geografische herkomst van de leden Dat
leverde een verrassend beeld op. „Haerlem" heeft vertakkingen
tot ver over de landsgrenzen! Medio oktober stonden 720 Haar
lemmers als lid geregistreerd, 150 inwoners van Heemstede, 90
van Aerdenhout, 70 van Bloemendaal, 55 van Overveen. In
andere plaatsen in Nederland wonen nog eens 240 leden en in
het buitenland staan er 5 als lid genoteerd.
Twee bestuursleden traden af in 1978. De heer D.H. Couvée,
directeur van het Frans Halsmuseum, zag zich genoodzaakt zijn
functie in het bestuur neer te leggen in verband met toename
van werkzaamheden. In de algemene ledenvergadering op 15
juni werd bij acclamatie in zijn plaats gekozen Dr. P. Biesboer,
conservator van het Frans Halsmuseum. In de laatste bestuurs
vergadering van het jaar nam de heer C. Wiegel afscheid van
het bestuur wegens verhuizing naar Groningen. De heer Cou
vée had sinds 1972 deel uitgemaakt van het bestuur, de heer
Wiegel vanaf 1966; van 1966 tot 1969 als secretaris. Aan beide
bestuursleden is „Haerlem" veel dank verschuldigd.
Een bestuurslid dat de plaatselijke pers haalde was de heer P.
Jongens, die afscheid nam van de afdeling Monumentenzorg
van Openbare Werken Haarlem. Hem viel een grootscheepse
huldiging in de Gravenzaal ten deel. Van zijn kant liet de heer
Jongens zich ook niet onbetuigd. Hij reikte een vijftal loodzegels
uit aan mensen die naar zijn oordeel bijzondere waardering
verdienden in het kader van de monumentenzorg. Namens
„Haerlem werd de heer Jongens, die als hoofd van Monu-
194