ben behoord, liggende aan de eveneens teruggevonden oever Ans van het inmiddels volkomen verlande en in het landschap niet meer zichtbare zogenaamde „Oer-IJ". Aangenomen wordt, dat We, dit „Oer-IJ" in de Romeinse tijd via de Vecht een noordelijke Hor aftakking van de Rijn vormde. In 1978 werd met het onderzoek begonnen van een deel van de oever en de rivierbodem van genoemd Oer-IJ", in de hoop meer inzicht te verkrijgen in de Romeinse havenbouw en moge lijk scheepsresten en andere organische voorwerpen te kunnen verzamelen. Het onderzoek, dat dankzij een subsidie van het Anjerfonds kon worden verricht en nog niet is afgesloten, bevestigde de ver wachting van het vinden van organische voorwerpen, maar gaf als grootste verrassing wel het te voorschijn komen van een Romeinse dam aan de steile oever van het Oer-IJ". De dam, die ca. 20 m de rivier insteekt en haaks op de oever is aangebracht, is opgebouwd uit een dik pakket rijshout van in elkaar gedraaide wilgetakken, waarboven een dunnere laag riet met klei is aangebracht. Aan de rivierzijde eindigt de dam in een ronde boog van naast elkaar staande eikehouten palen met een diameter van 15-20 cm. Aan de zuidzijde van de dam lag tegen R de oever een dik pakket houtspaanders en van bewerking vrij gekomen houtafval. Het geheel gaf de indruk, dat wij te maken W hebben met houtafval, dat bij scheepsreparatie en mogelijk scheepsbouw is achtergebleven. Tussen dit houtpakket kwa men allerlei interessante bewerkte stukken hout, leer, touw, zaden te voorschijn. Bijzonder moet daarbij genoemd worden een tiental tentharingen of delen daarvan, een gedraaide houten bel van buxushout en tussen de zaden olijf- en amandelpitten. Dankzij het aanleggen van de reeds genoemde nieuwe gaslei ding, werd bij Spaarnwoude in een weiland ten oosten van de Kerkweg een 17de-eeuwse waterput gevonden. De put met een diameter van 120 cm en een diepte van ruim 1 m, was opge bouwd uit in tapsmodel gebakken vechtsteentjes. De putmuur was gemetseld op een groot horizontaal liggend wagenwiel, waarvan de spaken waren uitgezaagd. De expositie ,,De Romeinen in Velsen" met als blikvanger de uit een waterput geborgen schedel van een centurio en zijn bijzon dere wapenuitrusting, was in de zomer een achttal zondagen voor het publiek geopend en trok ongeveer duizend bezoekers. Het gehele jaar door is er voor deze expositie belangstelling van de zijde van scholen en verenigingen. 208

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1978 | | pagina 210