Necrologieën
Boudewijn Franciscus
Enschedé
19 augustus 1893-
22 januari 1978
Geboren in het oude familiehuis in de Damstraat, naast de
drukkerij, was Frans Enschedé al vroeg voorbestemd voor het
oude familiebedrijf. Zijn vader, de vijfde Johannes, moet een
dominerende persoonlijkheid zijn geweest, zowel in het bedrijf
als thuis. Toen hij in 1911 overleed volgde, overeenkomstig het
firmacontract, zijn oudste zoon Mr. Johannes (VI) hem op, terwijl
de veel jongere Frans, die kort tevoren zijn HBS-diploma had
behaald, zijn loopbaan in het bedrijf begon.
Een onderbreking volgde al spoedig door de mobilisatietijd ge
durende de Eerste Wereldoorlog, toen Frans Enschedé als
reserve-officier diende bij de Veldartillerie, af en toe onderbro
ken door tijden van verlof wanneer hij dagelijks te paard van het
inmiddels door de familie bewoonde Jpenrode" in Fleemstede
naar zijn werk aan het Klokhuisplein ging.
In 1919 volgde Frans als firmant zijn oom Mr. Charles Enschedé
op, die zelf geen zoons had. Met zijn veel oudere broer was hij
als firmant de zevende generatie in directe lijn van vader op
zoon. In 1932, toen de firma Joh. Enschedé en Zonen overging
in een N.V., werd Frans Enschedé directeur en in 1949, bij de
vorming van een nieuwe directie, president-directeur. Deze
functie bekleedde hij tot 1968, toen hij president-commissaris
werd tot 1972.
Zo heeft hij meer dan zestig jaar in de meest directe relatie tot
het bedrijf gestaan; als geen ander kon hij dat tijdperk overzien,
een periode vol van ontwikkelingen, van nieuwe druktechnieken
(offset en rotogravure) en ook van grote sociale veranderingen.
Moeilijke jaren waren er in de crisistijd en gedurende de oorlog,
maar ook betere tijden van groei, uitbreiding en nieuwbouw.
Onder al die verschillende omstandigheden bleef Frans En
schedé zichzelf, kalm en zonder de haastige spoed die zelden
goed is. Hij voelde de verantwoordelijkheid, het gewicht ook van
de traditie, hij erkende de waarde van het verleden maar hij bleef
er nooit bij stilstaan, hij zag graag naar de toekomst, kon het
altijd goed vinden met de jongeren, een generatieconflict was
hem vreemd. Nieuwe dingen trokken hem aan, hij ging erop uit
en zag het reizen als een onderdeel van zijn werk. Van zijn
initiatieven zou ik twee voorbeelden willen noemen, die in het
bijzonder zijn werk zijn geweest.
In de eerste plaats zijn visie om, toen Indonesië zelfstandig was
geworden, onmiddellijk in overleg te treden met de Indonesi
sche regering en zo te komen tot een samenwerking in de opzet
en uitvoering van een bankbiljettendrukkerij aldaar.
En in de tweede plaats het besluit om het bedrijf aan het Klok
huisplein niet verder uit te breiden maar, in fasen, over te bren
gen naar het industrieterrein in de Waarderpolder. Is het niet
opmerkelijk dat juist hij, die de diepste wortels had op het Klok-
222