vijfde deel voor Cajanus en twee vijfde deel voor Roelof Sweris.
Mocht één van hen dit contract verbreken of de ander verlaten,
dan was diegene de ander honderd gouden dukaten schuldig.
Aldus gepasseerd te Amsterdam met Mr. Jan Jacob Beels en
Frederik Ankersmit als getuigen.
Wanneer alles naar wens verliep, hadden beiden dus vöör 4
november het land verlaten. Maar dan duurde hun reis wel
langer dan acht maanden. Want in „The Daily Advertiser" van
23 september 1742 lezen we: "This day is published, price
fourpence, finely bound, The history of Cajanus, the Swedish
Giant, from his birth to the present time, who is now alive and to
be seen opposite the Mansion House, London. By the author of
Gigantick Histories. Printed for Thomas Boreman, Bookseller in
Guildhall, London".
Het boekje moet het formaat hebben van een lucifersdoosje en
de oplage is waarschijnlijk niet groter geweest dan tweehonderd
exemplaren. Tot op heden is het niet gelukt hiervan een exem
plaar te achterhalen. Zowel in Scandinavië als in Engeland en
Nederland ontbreekt het in de bibliotheken.
Nog een advertentie uit die tijd luidt: This is to acquaint gentle
men and ladies, that that prodigy of nature, the Living Colossus,
or Wonderful Giant from Sweden, is now to be seen, at the
Lottery Office, next door to the Green Man, Charing Cross. It is
humbly presumed that of all the natural curiosities which have
been exhibited to the publiek, nothing has appeared for many
ages so extraordinary in its way as this surprising gentleman. He
is near a foot taller than the late famous Saxon, or any person
ever yet seen in Europe, large in proportion; and all who have
hitherto seen him declare, notwithstanding the prodigious ac
counts they had heard, that he far exeeds any idea they had
fram'd of him.'
Meer gegevens zijn er over zijn verblijf in Engeland niet bekend.
Op zijn reisgenoot Roelof Sweris komen we later nog terug.
Na het contract dat Cajanus op 27 oktober 1741 met hem had
afgesloten, verscheen hij dezelfde dag voor dezelfde notaris om
de reeds genoemde getuigen te machtigen tijdens zijn afwezig
heid als zaakwaarnemers op te treden. Als getuigen zijn dan
aanwezig Jan Prins en Anthony Bergmeyer, de laatste bekend
alsde nieuwe herbergiervan "Blauw Jan"22).
Haarlem (1745-1749)
Bij Marchant lezen we dat Cajanus tussen 1734 en 1741 drie- of
viermaal in Haarlem is geweest en iedere keer hier enige tijd
20