Jacob Evert baron de
Vos van Steenwijk
30 april 1889-16 juli
1978
Op 16 juli 1978 overleed op negenentachtige jarige leeftijd Dr.
j.E. baron de Vos van Steenwijk. Voor niet zo heel veel mensen
zal dit bericht een schok hebben betekend: reeds in 1954 legde
hij immers, in verband met het bereiken van de pensioenge
rechtigde leeftijd, zijn functie van commissaris der koningin van
Noord-Holland neer. Nog een zevental jaren was hij daarna
president-curator van de Rijksuniversiteit te Leiden, maar de
laatste jaren leidde hij een steeds meer teruggetrokken leven.
Wie was nu deze alweer bijna vergeten magistraat?
Wanneer je hem niet kende en op straat tegenkwam, leek hij
misschien een wat in zichzelf gekeerd mens, een wat gedron
gen figuur met een markante kop en krachtige neus, wat hoog
hartig, de zwarte Edenhat iets achterover, zich niet erg bewust
van hetgeen zich om hem heen afspeeldde.
Voor degenen evenwel, die het voorrecht hadden hem te heb
ben gekend en meegemaakt is een heel andere herinnering
achtergebleven. Zij zullen niet licht zijn uitgesproken persoon
lijkheid, zijn helder inzicht en kennis vergeten. Hij was een
bijzonder man, een ouderwetse regent in de goede betekenis
van het woord, die zowel in grote als in kleine kring op buitenge
wone wijze het woord wist te voeren. Een man die je wanneer je
eenmaal zijn genegenheid had gewonnen, met raad en daad
terzijde stond en je steeds weer, samen met zijn echtgenote, in
hartelijkheid en vriendschap ontving.
Een man kortom, die in een gezelschap alleen al door zijn sterke
karakter aanwezig was!
Het is goed hier het een en ander over zijn merkwaardige
levensloop te vermelden.
Baron De Vos van Steenwijk werd in Zwolle geboren, alwaar zijn
vader lid was van Gedeputeerde Staten van Overijssel. Na zijn
middelbare schoolopleiding studeerde hij aan de Leidse univer
siteit en promoveerde in de wis- en sterrenkunde. Aanvankelijk
verbonden aan de Sterrenwacht te Leiden, kwam hij in 1919 bij
het onderwijs. Tot 1925 was hij leraar aan het Nederlands Ly
ceum te Den Haag, in welk jaar hij naar Parijs toog om tot 1931
werkzaam te zijn op het culturele bureau van de Volkenbond
aldaar.
Teruggekeerd in Nederland werd hij een van de twee secreta
rissen van het Nationaal Crisis Comité. In februari 1933 ving zijn
bestuurlijke loopbaan aan. Zwolle verwelkomde hem als bur
gemeester. Vier jaren verbleef hij daar, totdat in november 1937
de hoofdstad van Overijssel verwisseld werd voor de hoofdstad
van Noord-Holland, Haarlem. Op 6 maart 1941 werd de burge
meester van de Spaarnestad tegelijk met zijn collegae van
Amsterdam en Zaandam op last van de Duitsers ontslagen. In
235