vertrouwen gevende verankering in het Haarlemse muziekle
ven. Al spoedig kregen ook muziekinstellingen buiten Haarlem
aandacht voor De Clercks violistische capaciteiten. Zo werd een
proefspel bij de befaamde dirigent Willem Mengelberg aanlei
ding om hem als eerste violist bij het Concertgebouworkest aan
te stellen. Deze functie heeft hij gedurende twee jaar vervuld.
Toen maakte hij zich vrij van dit dienstverband, omdat hij zich
veel meer geroepen voelde de toonkunst te dienen als peda
goog, als een leraar voor wie het menselijk element bij de muzi
kale vorming van even grote betekenis was als de muziek,
waarvan hij de schoonheid wilde onthullen en waarbij hij de weg
wilde wijzen volgens welke die schoonheid tot werkelijkheid in
de klank gebracht kon worden.
Hij bleef nog actief als uitvoerend kunstenaar. Zo trad De Clerck
als solist op met de Haarlemse Orkestvereniging, het tegen
woordige Noordhollands Philharmonisch Orkest. Met deze HOV
gaf hij de eerste uitvoering te Haarlem van het Concerto Grego-
riano van Ottorino Respighien van „Poème" van Ernest Chaus-
son.
Als soloviolist en als soloaltist werkte hij mede aan vele kamer
muziekconcerten en maakte als altist deel uit van het Hollands
Strijkkwartet, dat in ons land en in het buitenland een grote naam
verwierf. Met de Haarlemse pianist Martin J. Lürsen heeft De
Clerck concerten gegeven en nog in maart 1936 bracht hij op
een concert van de Haarlemse Orkestvereniging tezamen met
de pianist Felix de Nobel en diens broerde violoncellist Johan de
Nobel met Frits Schuurman als dirigent het Tripelconcert van
Ludwig van Beethoven ten gehore.
De Clercks artistieke betekenis als uitvoerend kunstenaar kreeg
alom erkenning, wat onder andere bleek uit de opdracht van de
Sonate voor viool en piano, waarmede de componist Hendrik
Andriessen hem vereerde.
Ondanks alle voldoening, die de concerten hem gaven bleef De
Clerck in het leraarschap zijn grootste levenstaak zien. Kort
nadat hij zich te Haarlem had gevestigd begon hij aan privé-
leerlingen les te geven. Zijn lespraktijk kreeg een aanzienlijke
uitbreiding met zijn benoeming als leraar aan de Haarlemse
muziekschool van de Maatschappij tot Bevordering der Toon
kunst, waar veel begaafde leerlingen door hem werden ingewijd
in de vioolspelkunst volgens de grote tradities van de Belgische
vioolschool van Vieuxtemps, Léonard, De Béristen Isaye.
De verrassende resultaten van deze violistische vorming waren
telkens weer te horen op de leerlingenuitvoeringen, die op de
muziekschool regelmatig werden georganiseerd.
De voortreffelijke prestaties, die dan geleverd werden, waren