Frankrijk werd hij ook in Holland, Zeeland, Utrecht en Overijssel
tot stadhouder uitgeroepen. Voor Holland gebeurde dat op 1 mei
1747 te Haarlem.
Toen het daaropvolgende jaar de oorlog voorbij was en zijn zoon
Willem V werd geboren, greep Cajanus opnieuw naar zijn pen
om de Prins van Oranje en Nassau met beide heuglijke feiten te
feliciteren. Boven het64-regelig gedicht stond:Daniel Cajanus
Gewenschte Lofbazuine, Voor den Doorlugtigsten Hoog Ge-
booren Vorsten Heer Willem, Carel, Hendrik, Friso. Prince van
Oranje en Nassouw, &c. &c. &c. En voor den Jonge Erf-Prins,
Gebooren den 8 Maart, zullende Plechtelyk Gedoopt werden
den 11 April 1748. Binnen 's-Gravenhage." Ditmaal was het
gedrukt bij Mozes van Hulkenroy, aan de Markt.
Al zijn beide pennevruchten van Cajanus als bijlage achter dit
artikel opgenomen, een citaat uit het laatste gedicht verdient
nadere toelichting.
,,Ja, vond Zyn Hoogheid goed als eener Hollands Grave
Die Klaas van Kieten, van statuur als ik, verkoor
Tot Schildknaap, in die tyd om op zyn wenk te draven,
Myn yver ging uw Vorst met snelle schreeden voor.
En sloeg in 't zand ter neêr die met onwaarde blikken,
Myn Vorst een ogenblik al was 't van verre aansag,
En 't gulle aardryk zand 't onwaardig bloed doen likke
Van hem die door myn hand ontfing den laatste slag."
Hieruit blijkt dat Cajanus op de hoogte is geweest van zijn
voorganger Klaas van Kieten, waarschijnlijk door de Gijsbrecht
van Amstel, die vanaf 1638 in de Amsterdamse Schouwburg
werd opgevoerd. Hierin laat Vondel Klaas van Kieten optreden,
"de Sparewouer reus, zoo onbeschoft als groot". En verder:
,,Zijn spitze was een mast in zijn grove vingeren,
lek zag hem man op man gelijck konijnen slingeren,
Wel driemaal om zijn hoofd, gevat bij 't ene been,
En kneuzen dan de kop op stoepen of op steen."
Het is duidelijk dat Cajanus aan zulke passages heeft gedacht
toen hij over zijn collega schreef. Trouwens Klaas van Kieten
zou volgens Soeteboom in zijn „Zaanlandse Arcadia" (1702)
ook in Engeland zijn geweest om daar als bezienswaardigheid
te worden vertoond. Toen in 1296 Floris V was vermoord, gin
gen namelijk verschillende Hollandse edelen naar Engeland om
de zoon van Floris V, graaf Jan I, af te halen, „met hun nemende