toentertijd gebruikelijke soberheid, toch blijk geeft van een ze
kere welstand. Zijn kleding wijst op een voorname en deftige
verschijning zoals we dat van de twee schilderijen kennen.
Aan contant geld had Cajanus ongeveer 680 gulden in huis,
bestaande uit guineas (Engeland!), dubbele en enkele gouden
dukaten, halve en hele rijksdaalders, stuivers en dubbeltjes.
Onder het hoofdje goud en zilver treffen we gouden mouwkno-
pen aan, een dito ring met een gekleurde steen, een zilveren
borststuk ter gedachtenis aan de graaf van Buren, zilveren
lepels, een gesneden zilveren tabaksdoos, snuifdoos, schoen
en broekgespen, een kurketrekker, een rotting met een zilveren
knop, een zilveren zakhorloge, een zilveren goudbeursbeugel-
tje met fluwelen beursje en een eau-de-la-reineflesje met een
zilveren stopje.
Uit dezelfde inventaris blijkt nog dat Cajanus in het bezit was van
een tuinhuisje, gelegen in een laantje uitkomend in de Wagen
makerslaan, dus in de buurt van het Proveniershuis. Het lapje
grond dat erbij hoorde werd, althans ten dele, door hemzelf
onderhouden. Voor dit „volkstuintje" was hij nog een tientje huur
schuldig dat aan de eigenaar, Jacobus van Aardenburg, betaald
moest worden. Barent Luxemburg, de tuinman, kreeg nog geld
over een half jaar bewezen diensten.
32
„Ter Gedagtenisse van den
alom Beruchten en
bekenden Heer Daniel
Cajanus, overleden den 27
February 1749 binnen
Haarlem.
(Gemeentearchief Haarlem.)
Roed Munfler! Koning der Vcrfchrikking,
sGy die Sn 'sWcrclts weid gebied,
|Hoe Groot hoe Klein, niemand' ontziet
v JjEn weinig® zyt rot Vetquikking,
Jas?Gy' maeid mcf uWe Yfrcn Staf,-
Ganfch onmeed oogend heen en weder,
Veel bonder dbyzend Meafchcn neder j
En zendze n* het 'duyftre Graf, -
Waarom hebt gy'ter neêrgeflaagen
Ontaardeneenen Goliath
Een MAN, die nergens weerga had, -
Een wonder dat onze Oogen zaagert;
Nk hy Europa heeft doorzocht,
Hem Laten zien in vecle Landen,
Qaam hy in Haarlems Bloem Warande,
Mn heeft aldaar zyn kolt gekogt
Hier plscktc hy de zoete vrugtrn,.
Va» zyn omzwerving, gins cn daan,.
Hier wandeld' hj" in 't openbaar
Hier Lcefd'hy nu in veel genugten,
Zyn vlugge geeft by nazo Schoon
En groot als hy, was uyt de Göge
Op Paraas flytcn Bergh gcvlooge,
Daar hy als cene Apollos Zoon
Gclaaft wierd in Pc|azus Ströomcn,
Zoo dat hy ons in óoode Taal,
Deed oen omftandiglyk Verhaal,
Waar toe Vorft Prizo was gekomen,
Daar Lcgthy nu, is Mortus, Dood,
Geen versje /al mem meer genieten,
Daar legt de tweede Klaas van Kietep,
Van Leven en van geeft ontbloot',
Men zal in gedagte houwen
Cajanus fchoon gy ons verlaat,
Men zal u volgens uwen Staat,
In Marmer of Metaal op Bouwen
Voof 't minft in een konft Schiidery,
pw Wonder Beeltenis-laten hangen
Op dat de Nazaad tnet verlangen
Dit ziende zegge tmyg, dit's hy,
Die trouw'lyk door de Konft Gedrevtf
- Zqo groot en laag was ia zytv Leeve.