ook in het bezit te zijn geweest van het Oudheidkundig Museum en het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, beide te Leiden. Bij deze verhuizingen zijn waarschijnlijk andere skeletdelen zoek geraakt, want bij verschillende auteurs is er sprake van een aantal botten. Uit het voorgaande is gebleken dat Haarlem enkele jaren een schilderachtige figuur in zijn midden heeft gehad die door zijn lengte en voorname kleding ontzag inboezemde en grote be kendheid genoot. Volgens Marchant was hij zwijgzaam van aard en had hij doorgaans niet veel in te brengen, maar sprak hij wel verschillende talen en ofschoon zijn gelaat geen schrander we zen toonde, was zijn verstand ,,als een tweede Starchaterus", waarvan men bij „Olaus de Groot" (d.i. Olaus Magnus, Zweeds geschiedschrijver, 1490-1557) in het vijfde boek van zijn „To neel der Noordse Landen' vier gedichten opgetekend vindt. Dit is voor Marchant reden om als volgt zijn relaas over Daniel Cajanus te besluiten: „Terwyl Amsterdam met zyn pragtig Stadhuis, Bolonje met zyn duister Raadsel, Heidelberg met zyn groot Wynvat, Koningks- bergen met zyne lange Worst, Moskow met zyne groote Klok, Neurenberg met zyne diepe Put, Parys met zynen schimpenden Boileau, Rotterdam met zynen geleerden Erasmus, Sina met zynen langen Muur, Spanje met zyn weêrgaloos Eskuriaal, Straatsburg met zynen hoogsten Toren en Tergouw met zyne mooije Glazen, pronkt, zullen wy Haarlemmers, met onzen Laurens Koster en grooten KAJANUS, praaien"50). Bijlage I Heilzaame en T rouhertige Vermaaninge, Aan het Vereenigt Nederland, Door Daniel Cajanus Ten opsichte van de Verkiezinge van zyn Hoogheid den Heere Prince Van Oranje En Nassau, &c.&c.&c. Als Stadhouder, Admiraal en Capitein Generaal van deeze Provintie; verkooren den 1 Mey 1747. Binnen Haarlem. Heb gy o Nêerlands Volk! des Hemels gunst ontfaan, Is uw een Zegen uit der hoogte reeds beschooren, Is een Verlosser tot 's Lands Heil by u verkooren? 't Is God, 't is God alleen! die u heeft goed gedaan; 39

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1978 | | pagina 41