Daniel Cajanus
Gewenschte Lofbazuine, Voor Den
Doorlugtigsten Hoog Gebooren Vorst en Heer
Willem, Carel, Hendrik, Friso.
Ons Nederland regeert met wijsheid en beleyd,
Zyt dus gezegent Prins met uwen Kroon-Princessen,
Des Hemels Zegen blyft op uw Roemwaardig Huys,
God hoede U en Haar voor smaatheit, schande en kruys,
En laaft ons Ziele door uw Godgewyde Lessen:
Zo bloeije Jezus Kerk, de Vryheit en den Staat,
Zo is en blyve God, ons heil en toeverlaat.
Daniël Cajanus.
Te Haarlem, Gedrukt by de Erfgen: van lz.: van Hulkenroy, in de
Lange Begynestraat, in de Konings Hulk.
Bijlage II
Prince Van Oranje En Nassouw, &c. &c. &c.
En voor den
Jonge Erf-Prins
Gebooren den 8 Maart, Zullende Plechtelyk Gedoopt
werden den 11 April 1748
Binnen 's-gravenhage.
Loofd Neërlands Volk met my de Heere aller Heeren,
En zend uw dankbaarheid tot door de dunne Lugt,
Zingd Lof-gezangen hem en zyne Zoon ter eeren,
Hij heeft uw Land gered gehoord het droefgesugt.
Wanneer de Franse Haan op uwe Muuren kraaide
De vrees uw hert beving en elk verslaagen was,
Een trouw loos Hof uw slegts met soete woorden paide
En zoo uw Land bekroop en won van pas tot pas.
Zoo dat eerlange was met redenen te dugten,
Dat gants ons Land wierd door het Krijgsvolk overstroomd,
Dat veel Verslagenen deed uit hun woonplaats vlugten
En 't woedend Oorlogspaard dus holden ongetoomd.
Die zelve God heeft ons d'Orange Prins gegeeven,
Ten spyt diens Nabuurs en ten nut van Stad en Land,
Lang moet dan Frizo met zyn Kroon-Princesse leeven,
En leggen 't Oorlogspaard eerlange aan den band.
Gods hand gelei dien Vorst wanneer hy gaat te velden,
Hy win 't verlorenen tot 's Vyands bitt're smert,
Zyn gunst versel hem staag, doet wondren van hem melden,
Dat zyner Vad'ren Deugde in hem gevonden werd.
't Begin is goed daar 's reeds eene Erfprins geboren,
41
