Steeds weer vinden we in geschriften uit de dertiger jaren de
verzuchting dat er nu eens beslag gelegd moet worden op eer
terrein in de nabijheid der stad om bij bevroren water naar te
kunnen uitwijken. Heksloot en Mooie Nel waren kennelijk of niet
voldoende of voldeden niet.
In 1931 werd begonnen het centrum van de reinigingsdienst te
verplaatsen naar de huidige terreinen aan de Oude Weg en aar
het destijds open Vuilrak, een schilderachtig verbindingswater
tje tussen Liede en Spaarne. Bovendien werd een nieuwe grof-
vuilverbrandingsoven opgericht, waarvan de daaropvolgende
jaren in toenemende mate gebruik werd gemaakt
De daaropvolgende jaren stabiliseert de vuilverwerking zich en
wordt pas in oktober 1944 als gevolg van schaarste aan brand
stof onderbroken. Ook met het vuil ophalen is het dan afgelopen
Het publiek wordt verzocht het vuil in op verschillende punten in
de stad liggende schuiten te storten. Na de bevrijding moet
direct worden begonnen met het opruimen van gigantische vuil
nishopen van duizenden kubieke meters op diverse plaatsen in
de stad. Men bedient zich nog immer van de gewone stortme- De
thode, tegenwoordig ook wel ongecontroleerde stort genoemd. de
Tussentijds wordt met huisvuil een put bij Buitenhuizen aan de
Zijkanaal C gedempt. dei
60
wa
Vuiltransport over het gei
Spaarne.
Wa
Da,
tha
nai