de natuurlijke kringloop teruggebracht door het opnieuw, nu als
compost, daar in te brengen.
De VAM bouwt tevens een recirculatiefabriek op het terrein in
Wijster om als eerste in ons land op bedrijfsschaal machinaal
het papier, plastic en ferrometalen van het afval te scheiden en
mogelijk in de toekomst nog andere bestanddelen.
Verbranden van huisvuil biedt in principe de mogelijkheid tot
winning van energie door de bij de verbranding vrijkomende
warmte bijvoorbeeld aan te wenden voor stroomproduktie,
waarmee turbines kunnen worden aangedreven of voor ruimte
verwarming. In de praktijk is dit economisch slechts voor grote
installaties weggelegd.
De gecontroleerde stortmethode biedt in principe geen recircu
latiemogelijkheden, omdat het afval slechts als ophoogmateri
aal wordt gebruikt. Noch de calorische waarde, noch de eventu
ele waarde als compost wordt gebruikt. Ook waardevolle meta
len „verdwijnen" in de grond. Misschien dat vele jaren later zo'n
stortplaats als winplaats van grondstoffen, bijvoorbeeld van
metalen, wordt afgegraven. Uiteraard is het in theorie ook nog
mogelijk pure recirculatie toe te passen in combinatie met een
der drie hoofdmethoden.
We hebben het nog niet gehad over een geheel andere wijze
van recirculatie, waarbij uitgegaan wordt van het scheiden van
verschillende afvalcomponenten aan de bron, direct bij het
huishouden. Dit is natuurlijk uit een oogpunt van energiebespa
ring en kosten een aantrekkelijker oplossing dan het oprichten
van een recirculatiefabriek, hoewel ook hier gewaakt moet wor
den voor een te optimistische voorstelling van zaken. Nog di
verse technische problemen zullen hierbij moeten worden op
gelost maar ook in deze sector zijn proefprojecten draaiende.
Het parool luidt ook hier dat we nog even moeten afwachten hoe
een en ander uitpakt.
De verwerking van
huisvuil nu
Vanaf het begin der zeventigerjaren is er in Haarlem gestudeerd
op de mogelijkheden voor de verwerking van huisvuil. Zoals
eerder in dit verhaal werd geconstateerd voldeed de vermaling
kwantitatief niet langer aan de eisen van de grote stroom afval.
Ook in kwalitatief opzicht deden zich - zoals we zagen - pro
blemen voor.
De commissie-Vuilverwijdering kreeg in februari 1973 opdracht
de mogelijkheden te bestuderen. In juni van datzelfde jaar
bracht zij een rapport uit dat concludeerde dat VAM-afvoer voor
de gemeenten van het gewest Zuid-Kennemerland de voorkeur
had. Deze gemeenten zijn Haarlem, Heemstede, Bloemendaal,
71