teraad van Bloemendaal om de uitrit niet toe te staan.
Opnieuw een succes dus voor „Haerlem".
Uiteraard zijn de hierboven genoemde zaken niet de enige
waarmee ons bestuur zich in 1979 intensief heeft bezig
gehouden. Tal van ontwikkelingen werden regelmatig op de
vergaderingen ter sprake gebracht. Om er enkele te noe
men. de sloop van Kareol en de redding van de tegelta
bleaus uit de gevel, de parkeergarage aan de Damstraat, de
restauratie van de Grote Kerk, de renovatie van de Pand-
plaats van het stadhuis, de bouwwerkzaamheden van het
Brinkmann-complex, de situering van de beelden op de
Grote Markt, de woekering van straatmeubilair ten de
trimente van aantrekkelijke stadsgezichten (bijvoorbeeld de
bewegwijzering pal voor het Huis met de Beelden) en nog
een aantal zaken die ongetwijfeld een vervolg zullen krijgen
in nieuw te ondernemen stappen.