Na zijn pensionering werd dit anders. Naast enkele com
missariaten en afwikkelingen van verschillende zaken werd
hij voor twee functies gevraagd die hem heel dierbaar zijn
geworden en die hij met grote toewijding tot het einde toe
heeft vervuld.
De eerste was zijn benoeming in juli 1969 tot voorzitter van
het bestuur van de n.v. Begraafplaats Westerveld.
In de afgelopen tien jaar heeft dit bestuur onder zijn leiding
veel tot stand gebracht. Het voornaamste is wel de inten
sieve samenwerking tussen de Vereniging voor Facul
tatieve Crematie en de n.v. Westerveld, waardoor veel ver
anderingen en nieuwe aanbouw nodig werden, onder an
dere de uitbreiding van de ruimten voor condoléance
plechtigheden. Ook het beheer van het park eiste vaak ver
strekkende en moeilijke beslissingen. Het zeer ingrijpende
besluit veel oude beuken en ook oude eiken die een gevaar
gingen opleveren, te laten vellen heeft hij als absoluut nood
zakelijk gezien, hoewel hem dit zeer ter harte ging. Hij hield
veel van dit prachtige stuk natuur. Het goed laten functione
ren van deze begraafplaats was voor hem een goede zaak,
waaraan hij zich met overgave wijdde.
Ook de voorzieningen voor de medewerkers hadden zijn
volle aandacht en hij heeft met de mogelijkheden die er
waren zoveel bereikt als verantwoord was.
Een plaats in het directorium van de Teylers Stichting waar
voor hij niet lang daarna gevraagd werd, was voor hem de
tweede functie die hem zeer ter harte ging. Zijn grote liefde
voor kunst bracht mee dat hij ook hier met volle overgave
zijn kundigheden heeft ingezet voor deze unieke instelling.
Alleen zij die nauw bij dit werk betrokken zijn, kunnen weten
wat hij hier heeft gepresteerd. Zijn helder inzicht in finan
ciële en bestuurlijke zaken, gepaard aan een fijn gevoel
voor stijl en traditie, maakten hem tot een bestuurder van
grote kwaliteit. De Teylers Stichting, die met grote financiële
problemen kampt, heeft veel profijt gehad van zijn ervaring
en kennis.
Hoewel zijn gezondheid hem zwaar op de proef stelde, liet
hij daar zeer weinig van merken. Wat hij, niettegenstaande
de grote belemmeringen die zijn lichamelijke conditie hem
stelde, voor Teyler heeft gedaan is van het grootste belang
voor de verdere ontwikkeling van deze stichting.
Op veel plaatsen en bij veel mensen zal duidelijk gevoeld
worden wat het betekent Ger Beets te moeten missen. Het
stemt tot weemoed maar ook tot dankbaarheid voor wat Ger
Beets heeft betekend en blijft betekenen.
H.E. Stenfert Kroese