plantengroei verstoken achter elkaar, en boezemen
eene onwillekeurige huivering in, welke gemengd met
de gevoelens van bewondering en genieting, welke de
overige voorwerpen opwekken, de ziel gelijkelijk verheft
en schokt, en onuitwischbare, veredelde aandoeningen
voortbrengt in het gemoed.
Allerverrukkendst schoon is echter dit gezigt bij het on
dergaan der zon, welke men eerst nog de verre duinen
naar het Noorden vergulden, en eindelijk in Thetis armen
zinken ziet!
In het 33e hoofdstuk geeft Strick nog een aantal karakte
ristieken van het Nederlandse volk als geheel, waaruit
wij nog de volgende citaten lichten:
Patriciërs zijn doorgaans rijk en bezitten in den regel
meer geest-beschaving en een grooteren omvang van
kennis dan de adellijken.
De beschaving van de Hervormde godgeleerden is nog
zóó ten achteren, dat zij het woord beschaving reeds
voor een gruwel aanzien en het is nog niet uitgemaakt of
het bekrompenheid des verstands of wel kwade wil is,
die daarbij de hoofdrol speelt.
De middenstand schijnt mij toe minder welgesteld, min
der beschaafd en op verre na niet zoo bedrijvig en werk
zaam te zijn als in Duitschland.
Een zeer afschuwelijke gewoonte, zelfs bij lieden van
den beschaafde stand, is het vieze pruimen, hetgeen
misschien - evenals het gebruiken van jenever in den
morgenstond - goed voor de gezondheid kan zijn in een
land, welks luchtgestel zo ongezond is en waar scheur
buik een heerschende ziekte is, maar dat toch desniet
temin zeer in het oog loopende en walgelijk is.
Van de tien gehuwde mannen kan men wel rekenen dat
er zeven onder den pantoffel staan en van de tien vrou
wen dat de helft bijgelovig is.
De hooggeprezene reinheid van de Hollandsche dames
strekt zich niet uit tot het ligchaam. Hoe de bruidegom
daar ter bruiloft kan gaan, zonder snuifdoos en zonder
reukflesch, beken ik niet te kunnen begrijpen.
Gewoonlijk slaapt het echtelijke paar in een groot bed
voor twee personen, dat overdekt is, bij elkander, en
deelt alzoo wederkeerig de onderlinge onreine uitwase
mingen.