het Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg dit jaar zijn
25-jarig bestaan vierde. Een van de doelstellingen bij het
bereiken van de 25-jarige leeftijd is geweest het realise
ren van een aantal hoogst noodzakelijke instrumenten
voor een gemeentelijk beleid op het gebied van de mo
numentenzorg, te weten:
een gemeentelijke monumentenverordening;
een gemeentelijke monumentenlijst;
een beleidsnota.
Jammer genoeg is dit niet haalbaar gebleken, anders
dan in vele andere gemeenten, bij voorbeeld Bloemen-
daal. Gezien de grote belangen die hier voor Haarlem in
het geding zijn behoudt deze doelstelling de hoogste
prioriteit. Bij het decentralisatiebeleid van de regering
worden deze instrumenten zelfs als voorwaarden ge
noemd voor deelname hieraan.
25-jarig bestaan Bij een gedenkwaardige gebeurtenis hoopt men toch
Monumentenzorg altijd even stil te kunnen staan en door middel van activi-
Haartem feiten de belangstelling iets langer vast te houden dan in
de regel al gebeurt. Vijfentwintig jaar is een hele tijd, al is
binnen de monumentenzorg dit aantal pas de helft van
het aantal jaren dat nodig is om een pand op de monu
mentenlijst geplaatst te krijgen. Met het Gemeentelijk
Bureau zal dat echter nooit het geval zijn, alhoewel bij
deze de hoop wordt uitgesproken dat het Bureau een
langduriger bestaan dan 50 jaar zal meemaken.
Op 1 november 1956 werd officieel een Gemeentelijk
Bureau Monumentenzorg Haarlem opgericht, dat orga
nisatorisch werd ondergebracht bij het Bedrijf Openba
re Werken van de gemeente Haarlem. Al twee jaar daar
voor was de heer Corneille F. Janssen door de heer W.F.
Happé, destijds wethouder van Openbare Werken, en
mr. H.È. Phaff, destijds gemeentesecretaris, benaderd
met de vraag of hij bereid zou zijn zich met de leiding van
zo'n Bureau te belasten. Problemen rond de benoeming
van een directeur van het Bedrijf Openbare Werken
zorgden echter voor een vertraging van ruim twee jaar,
waardoor pas op 1 november de feitelijke start plaats
vond.
De instelling van het Haarlemse Bureau viel ongeveer
samen met de oprichting van een overeenkomstig Bu
reau in Amsterdam in 1953, waarmee vooral in de begin
jaren qua samenstelling en werkzaamheden grote over
eenkomst bestond. Qua bezetting begon het Bureau met
één man in de persoon van de heer Corneille FJanssen.
111