A.S. DE Widt-Beukelman
secretaris
Stichting Historisch
Museum
Zuid-Kennemerland
in 1981
Voorde Stichting is het jaar 1981 met enkele woorden te
omschrijven als een jaar van voorbereiding op nieuwe
activiteiten en het driftig zoeken naar een eigen onder
dak. De Stichting is goed doordrongen van het feit dat
met name deze twee sporen gevolgd dienen te worden
om tot de oprichting van een historisch museum te ko-
men.
Het ene spoor leidde naar een dieper vorsende histori
sche tentoonstelling over de Franse tijd in Haarlem en
omgeving. De aanleiding hiertoe vormde het voornemen
van het Frans Halsmuseum om in samenwerking met het
Gemeentearchief van Haarlem en onze Stichting in het
voorjaar van 1983 een tentoonstelling te organiseren
over de geschiedenis van Haarlem e.o. in de jaren 1780-
1820. Uit deze periode zijn veel afbeeldingen van perso
nen, gebouwen en straten in Haarlem e.o. bewaard ge
bleven. Veel minder goed zijn we echter ingelicht over de
geschiedenis in die tijd. Om een beter inzicht te verwer
ven in het Haarlemse leven in dat tijdsbestek wilde de
gemeentearchivaris, de heer Temminck, dit najaar met
één werkgroep starten, maar door de enorme belang
stelling mondde deze opzet uit in 10 werkgroepen van 4
personen met verschillende deelonderwerpen, zoals de
mografische gegevens, cultureel leven, politiek, wo
ningbouw, vroedschappen, etc. Toch moesten door
plaatsgebrek vele enthousiastelingen afvallen. De werk
groepen komen regelmatig bijeen in het Gemeentear
chief om voor dit project archiefonderzoek te doen, en
vertegenwoordigers van deze groepen bespreken een
maal in de drie weken het onderwerp met de gemeente
archivaris of zijn plaatsvervanger. Het resultaat zal mo
gelijk leiden tot een catalogus voor die tentoonstelling,
die in de eerste plaats gebaseerd is op historisch archief
onderzoek.
Hiermede is de vraag gerezen of één van de belangrijkste
doeleinden van onze Stichting, te weten het redden van
oude voorwerpen, met deze opzet gediend zou kunnen
worden. Het publiek werkt het liefste mee aan tentoon
stellingen waarvoor het zelf materiaal kan aandragen,
dat al bijna vergeten is. Plaatselijke tentoonstellingen
verhogen die geestdrift.
In dit verband zij vermeld dat de Stichting er zeer aan
hecht de tentoonstellingswerkgroepen die 'Drinken en
Klinken' tot een succes hebben gemaakt ook te handha
ven. Het Streekmuseum i.o. had dan ook de goede ge
dachte de 'afvallers' van de tentoonstelling over de Fran
se tijd te betrekken in een nieuwe studie en wel over de
141