P. Jongens De uitmonding van de Lombardsteeg op de Lange Begij-
nestraat wordt geflankeerd door twee huizen die in hun
Stichting 'Diogenes hoofdvorm een opmerkelijke overeenkomst vertonen.
Haarlem in 1981 Zij hebben beide een klokgevel en direct boven de bega
ne grond een hoge kapverdieping met borstweringen.
De zoldering van de voorste benedenruimte bestaat uit
moer- en kinderbinten.
Wij schatten de ouderdom van deze monumenten op
ruim 400 jaren. Zij zullen oorspronkelijk een trapgevel
hebben gehad, want klokvormige beëindigingen kwa
men pas op het eind van de 17e eeuw in zwang.
Het huis op de linker hoek, Lange Begijnestraat 8, werd
in 1978 eigendom van onze Stichting. Het aannemersbe
drijf Nieuwenhuizen, gevestigd te Heemskerk, startte de
herstelwerkzaamheden op 3 augustus 1981. De archi
tecten Smidt en Van Rossum hadden ook nu weer voor
het plan gezorgd. Het werk kwam in maart 1982 gereed.
Er is hier lange tijd een zaak in kruideniers- en grutters
waren gevestigd geweest. Het oudste adresboek van
Haarlem, dat de jaren 1862 en 1863 beslaat, maakt daar
al melding van. De winkel stond toen op naam van P.J.
Frijhoff. Na diens overlijden in 1895 wordt de zaak voort
gezet door W.A.M. Frijhoff, vermoedelijk een zoon van
eerstgenoemde. De laatste vermelding vinden we in het
adresboek 1914/15. Er staat dan aangegeven: 'Wed.
W.A.M. Frijhoff, in koloniale waren'. Nadien lijkt de win- i
keibestemming te zijn vervallen. Het pand wordt vervol
gens door verschillende bewoners bevolkt.
De nu nog aanwezige winkelpui is aangebracht bij een in
1897 uitgevoerde verbouwing. Ook de blokvormige be
pleistering van de twee straatgevels dateert uit die tijd.
In 1972 blijkt het pand al enige jaren in ontruimde staat 1
te verkeren, nadat er laatstelijk een handelaar in tweede
hands goederen zijn geluk had beproefd. Een periode
van nieuw leven brak aan toen de heer J.H. van Olphen
op zoek was naar een winkelhuis waarin zijn vrouw een
zaak in antiek en curiosa zou kunnen beginnen. Het
monument Lange Begijnestraat 8 werd voor dit doel
geschikt bevonden en ingaande 1973 konden kooplusti
gen in deze branche er terecht. Twee jaar later besloot
de heer Van Olphen het huis te kopen. Hij wilde er ook
gaan wonen, maar de aftandse toestand liet dat niet toe.
Daar de beslommeringen van een restauratie hem te
zwaar zouden vallen, wendde de nieuwe eigenaar zich
tot het bestuur van Diogenes'. De eigendomsoverdracht
werd geregeld en er werden afspraken gemaakt omtrent
de restauratie en de verhuur.
144