In de Kleine Houtstraat
hadden particulieren een
museum 'De Preekstoel' in
gericht, waarin de tastbare
herinneringen werden ge
koesterd uit een periode die
de katholieke kerken had
den doorgemaakt, en veelal
afgesloten. De financiële
moeilijkheden bleken voor
de initiatiefnemers onover
komelijk te zijn geworden,
en daarom werd de collec
tie geveild.
Het werd een enorme verzameling bestaande uit enkele artis
tiek waardevolle voorwerpen en tal van vertederende curiosi
teiten. Huurschuld aan de gemeente en andere schulden
dwongen de twee genoemde verzamelaars hun verzameling te
veilen. Een actie van het 'Comité Redt de Preekstoel' met als
voorman de kunsthistoricus drs. Ad van der Blom mocht niet
baten.
Honderden belangstellenden, tot van ver buiten Haarlem, ver
schenen op de veilingdagen. De veiling zelf - zowel in het
museum als in het veilinghuis aan de Bilderdijkstraat-trok niet
alleen nieuwsgierigen, maar nog meer bied- en kooplustigen.
De veiling bleek óók een illustratie van de aftakeling van het
(vooral neogotische) rijke roomse leven. De prijzen die ge
maakt werden, liepen vrij hoog op. Alleen een der pronkstuk
ken, de preekstoel waarnaar het museum vernoemd was, bleef
in prijs beneden de verwachting: f 4800,-.
Intussen is het museum, in bescheidener opzet, herrezen en
heeft het onderdak gevonden in een pand op de hoek van de
Westerstraat en de Kolkstraat.