Jan Brants Kzn. 9 oktober 1899- 31 maart 1981 Op 31 maart 1981 overleed te Heemstede op 81-jarige leeftijd de Haarlemse oud-notaris Johannes Brants. Van oorsprong was hij een Rotterdammer, aldaar geboren op 9 oktober 1899, dus net nog aan het einde van de 19e eeuw. Als zijn toekomstig beroep koos hij het notariaat, en hij begon zijn loopbaan als kandidaat-notaris in 1923. In 1941 kwam hij naar Haarlem als notaris en bleef er honkvast tot aan zijn emeritaat in 1969. Onder zijn collega's in Haarlem was hij een bekende en geachte figuur, wat bleek uit de bestuursfuncties die men hem opdroeg in verschillende notariële organisa ties van onze stad. Zo was hij van 1946 tot 1969 bestuurs lid van de Vereniging der Notarissen te Haarlem; voorts van 1949 tot 1969 bestuurslid van de Ring Haarlem der Koninklijke Notariële Broederschap, en ten slotte van 1958 tot 1969 lid van de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Haarlem. Bij zijn emeritaat in 1969, toen hij zeventig jaar werd, nam hij afscheid van al deze functies en trok zich terug in het ambteloze leven, waar hij niet tegenop zag, want met zijn veelzijdige belangstelling in verschillende liefhebberijen buiten zijn eigenlijke vakgebied wist hij met zijn vrije tijd wel raad. Notaris Brants had naast zijn beroep nog een brede marge in zijn leven. In die marge vond de Muze speelruimte zat en dicteerde haar notaris andere teksten dan men het in protocollen en hypotheekakten gewend is. In een bekend satiriek gedicht van Jan Greshoff over de burgerheren, die na hun dagtaak over het Velperplein wandelen om in hun stamlokaal een glas te gaan drinken op het heil van 't land, staan de refreinregels: .de dominee, de dokter, de notaris, die denken dat een dichter niet goed gaar is Alhoewel notaris, behoorde Jan Brants zeker niet tot dit driemanschap. Hij was een dichterlijk en kunstzinnig man, die ook zelf de pen op het papier zette. Onder het pseudoniem J. Brandligt publiceerde hij in 1959 het Dagboek voor Berthekewaarin hij de belevenissen van zijn jonge gezin tijdens de laatste oorlogsjaren be schreef. Hij behoorde tot de mede-oprichters van de roemruchte Sociëteit Teisterbant in 1949. Samen met Godfried Bomans (voorzitter) en de schilder Otto de Kat zat hij als penningmeester in het dagelijks bestuur van dit woelige gezelschap, vaak als vredestichter. Zijn be dachtzame, humane en vriendelijke optreden heeft heel wat binnenbrandjes onder de heethoofden van de socië- 192

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1981 | | pagina 194