Na een jaar naar Kiel gedeporteerd te zijn geweest, zag Gerard de Swart kans onder te duiken in de Noordoost polder, toen juist drooggekomen. Na de bevrijding meldde De Swart zich onmiddellijk weer bij de NZH, waar hij in de eerste jaren in de techni sche sector werkte. Met name ontwikkelde hij een - niet uitgevoerd - vernieuwingsplan voor de oudste serie mo torwagens en had hij een belangrijk aandeel in de her legging van de lijn Voorburg-Scheveningen, die op last van de bezettende macht was opgebroken. Zoals in elk mensenleven wel eens het geval is, heeft De Swart bij de NZH ook tegenslagen gekend. Niet altijd kwam hij op een plaats terecht waar zijn onmiskenbare, maar doorzijn bescheiden karakter voor de buitenstaan der niet steeds herkenbare kwaliteiten tot hun recht kwamen. Dat veranderde echter in 1966, toen hij werd uitgekozen om het nog jonge bureau public-relations te versterken. Op die plaats kwamen zijn grote gaven, zoals zijn talen kennis, zijn onuitputtelijke kennis van spoor- en tram historie, maar evenzeer zijn inzicht in de organisatie van het eigentijdse busbedrijf en bovenal zijn persoonlijk optreden, volledig tot zijn recht. Opmerkelijk was ook dat De Swart, die met zijn rijzige, wat schrale gestalte aan een Engelsman deed denken - en hij sprak en schreef diens taal niet alleen vloeiend, maar had er ook het gentlemanlike en het flegma van -, zich wonderwel thuisvoelde in de wat turbulente dyna miek die het bureau public-relations kenmerkt. Er werd daar pionierswerk gedaan, want de NZH was de eerste streekvervoeronderneming welke tot een actief beleid op het terrein van de in- en externe voorlichting alsmede de reputatiebehartiging ging doen. Kortom: het was een uitgemaakte zaak dat De Swart de 'eerst-aanwezende' werd toen de oorspronkelijke functionaris het bedrijf in 1969 verliet. In die kwaliteit heeft hij in zijn laatste levens jaar een groot aandeel gehad in de organisatie van de viering van het honderdjarig bestaan van de NZH, waar van het werkgebied inmiddels beduidend groter was geworden door de toevoeging van de vroegere Naco. De opwaardering van het streekvervoer in de laatste jaren, na een aanvankelijke periode van neergang, heeft uiter aard veel beslag gelegd op zijn tijd en werkkracht. Buiten de NZH is G.J. de Swart vooral bekend geworden door zijn inspanningen voor de Nederlandsche Vereeni- ging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwe zen, de befaamde NVBS waarvan alle railofielen lid zijn, en doorzijn talrijke publikaties. 211

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1981 | | pagina 213