bij gedeelten geen belemmeringen van de zijde der Sta ten ondervinden' (15). Een andere Amsterdamse opsteker waarvan Dumont melding maakt, is het feit dat inmiddels in Amsterdam ook een raadsvoordracht was ingediend ter onteigening van alle grond in Plan Zuid (1900) van architect H.P. Berlage. Zo'n actief grond wervend beleid zou ook voor het slagen van de Haarlemse uitbreidingsplannen van doorslaggevend belang kunnen zijn; de eerste bezwaar schriften van grondeigenaars die zich gedupeerd achten door een bouwverbod, waren namelijk al in datzelfde jaar ingekomen. Na enkele wijzigingen, waarbij op ver zoek van de Commissie van Bijstand in het Beheer van Openbare Werken enkele plantsoentjes om bouweco- nomische redenen opgeofferd moesten worden voor bouwblokken, is het plan voor de Amsterdamse Buurt bij de Raad ingediend op 9 november 1905. De Gezond heidscommissie oordeelde gunstig maar zonder nader commentaar of argument. Grondprijzen Het best laat de aard van de discussie over de uitbrei dingsplannen, zoals die op bestuurlijk niveau werd ge voerd, zich dan ook reconstrueren aan de hand van de verslagen van de vergaderingen van de Afdeelingen van den Raad der Gemeente Haarlem gehouden in juni en juli 1906, waarbij men zich vooral boog over de financië le aspecten (16). Allereerst bleek naar het oordeel van de Rechtsgeleerde Commissie juridisch geen bezwaar te gen een algehele onteigening, als tenminste een andere uitvoering van het uitbreidingsplan onmogelijk was ge bleken. Onteigening echter, zo vreesden sommige raadsleden, zou niet makkelijk zijn zonder het particuliere belang van de grondeigenaar te schaden en verdiende dan ook allerminst aanbeveling. Uitvoerig is gesproken over de vraag of de kosten van de aanleg van de openbare plant soenen over het totale bouwterrein omgeslagen zouden mogen worden. Hoewel het hier om een luttel bedrag van 203,20 ging, beschouwden sommige raadsleden dit als een onaanvaardbare aanslag op de rentabiliteit van de bouwgronden. Getuigend van de ware koop mansgeest brachten anderen in deze kwestie het argu ment naar voren, dat een ruim opgezet plan juist een verkoopstimulerend en winstgevend effect zou hebben. Vrijwel unaniem verzette men zich tegen de onteigening van de gronden bestemd voor openbare wegen, om- 19

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1981 | | pagina 21