In 1634 reisde de Engelsman Sir William Brereton door
Holland en tot ons geluk hield hij een dagboek bij. Hij
merkte op dat er dan een ruziesfeer heerst tussen Am
sterdam en Haarlem en zegt dan o.a.: .onlangs heeft
men geprobeerd om Amsterdam met sterke muren te
omringen, te beginnen met de Haarlemmerpoort aan de
kant van Haarlem, maar de inwoners van Haarlem pro
testeerden hiertegen en wisten hen te dwingen, ermee
op te houden (10)
Een merkwaardig verhaal, dat duidelijk onjuist is, maar
dat blijkbaar wel opgeld deed. Zijn 'onlangs' zal wel
slaan op het rijmpje van Ampzing.
In één opzicht is Amsterdam, evenals trouwens de overi
ge Hollandse steden, steeds van Haarlem afhankelijk
gebleven. In Amsterdam had men niet het recht om zelf
misdadigers terecht te stellen. Er moest een beul uit
Haarlem worden gehaald, die pas kwam als hij daarvoor
tijd en gelegenheid had. Deze traditie leefde voort in het
begin van deze eeuw, toen in de poppenkast op de Dam
de beul nog uit Haarlem moest worden opgeroepen.
Een langdurige bron van geschillen tussen Amsterdam
en Haarlem vormde het recht dat Haarlem pretendeerde
te hebben om met Haarlemse schepen overal in Holland
vrij te mogen laden en lossen. Reeds in 1245 had Haar
lem van de graaf van Holland tolvrijheid gekregen in het
gehele graafschap en hieraan ontleende de stad het
recht om ook overal vrij te mogen laden en lossen. In de
loop van de 16e eeuw begon Amsterdam zich hiertegen
te verzetten en regelmatig werden Haarlemse schippers
in Amsterdam gevangen genomen en hun schip en la
ding in beslag genomen omdat zij in Amsterdam lading
namen naar een andere stad dan Haarlem. De gehele 16e
en 17e eeuw door vinden we geschillen over dit onder
werp.
Eén zaak werd tot voor de Hoge Raad van Mechelen
uitgevochten: in 1557 laadde een Haarlemmer in Am
sterdam een schip met rogge met bestemming Gent. Hij
werd in Amsterdam gedwongen zijn lading aan een Am
sterdammer af te staan, die op zijn beurt, door Haarlem
varende, daar werd vastgehouden. Toevallig was de de
ken van het Haarlemse schippersgilde in Amsterdam en
die werd daar terstond als represaille vastgezet. Van het
een kwam het ander. Het Amsterdamse schip werd na
korte tijd vrijgelaten, maar op de terugtocht opnieuw
door Haarlem aan de ketting gelegd, waarop Amsterdam
alle Haarlemse schippers die zich in Amsterdam bevon
den, arresteerde. Het Haarlemse stadsbestuur trok naar