staan dat het gat voortaan open mocht blijven. Reque- sens weigerde echter hierin een beslissing te nemen en vond dat men met het nemen daarvan moest wachten tot de rust in de Nederlanden was teruggekeerd (25). Het gat gaat later weer dicht en Haarlem ging door met van tijd tot tijd de Overtoom te repareren en met het handhaven van de status-quo. Zo constateerde de Haar lemse stadsfabriek in 1589 weer een verandering, die prompt werd afgebroken (26). De Amsterdamse burge meesters ontkenden toen nog iets met deze zaak van doen te hebben, maar dat is dan wel de laatste keer. In 1603 kwam de omslag. De Haarlemse stadstimmer man constateerde in april dat er door onbekenden be langrijke veranderingen aan de Overtoom waren aange bracht om het overtrekken van schepen te vergemakke lijken (27). Bij het onderzoek bleek dat de Amsterdamse schuitvoerders de opdracht tot de verandering hadden gegeven. De Haarlemse burgemeesters lieten de ver nieuwingen afbreken en de situatie herstellen zoals die voorheen was. Het Amsterdamse stadsbestuur stelde zich nu echter voor het eerst in dit geschil achter zijn schippers en bestreed de rechtmatigheid van het Haar lemse optreden. De Leidse stadsbestuurders sloten zich hierbij aan (28). Er werden onderhandelingen aange knoopt, waarbij duidelijk bleek dat Amsterdam en Haar lem twee heel verschillende uitgangspunten hadden. Haarlem stelt dat de stad sinds onheuglijke tijden de Overtoom heeft onderhouden en dat alleen Haarlem daartoe gerechtigd is. Wanneer Amsterdamseschippers 'nieuwigheden' aanbrengen, wordt Haarlem hierdoor in zijn oude rechten benadeeld. Daarentegen ontkent Am sterdam dat Haarlem altijd het ongestoorde recht van onderhoud van de Overtoom heeft gehad en stelt het dat het Haarlemse stadsbestuur geweld heeft gebruikt door het doen afbreken van de verbeteringen. Om de zaak tot een oplossing te brengen, legde Haarlem het geschil voor aan het Hof van Holland, met de klacht dat de Amsterdamse schuitvoerders eigenmachtig nieu wigheden aan de Overtoom hadden aangebracht (29). Amsterdam en Leiden hadden weinig zin in dit proces en de voortgang daarvan werd eindeloos gerekt. Intussen waren er wel weer reparaties aan de Overtoom nodig, die Haarlem op grond van zijn oude rechten liet uitvoeren. In april 1604 werden deze reparaties namens het Amster damse stadsbestuur afgebroken en werd onder leiding van de schout van Amsterdam de 'Amsterdamse' status- quo hersteld (30).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1981 | | pagina 56