behouden zoals die in april 1604 en februari 1605 ge
weest waren. Haarlem en Amsterdam zouden te zamen
de reparaties verrichten. Gedurende het akkoord, dat 15
jaar zou duren, zouden geen nieuwigheden worden uit
gevoerd. Er zou een specificatie worden gemaakt van de
op dat moment in gebruik zijnde instrumenten.
Hiermee was men er echter nog niet. Toen men de repa
ratie gezamenlijk had gedaan en men een specificatie
van de instrumenten wilde gaan maken, kwam Amster
dam met de mededeling dat het akkoord zijns inziens
niet inhield dat men de nu gebruikte instrumenten niet
mocht verbeteren, hoewel dit ook volgens de bemidde
laar van het akkoord tegen de geest van het akkoord
inging. Bovendien bleef Amsterdam weigeren om mee te
werken aan de specificatie der gebruikte instrumenten,
waarop Haarlem die door een Amsterdamse notaris liet
opmaken (37). Als deze zijn werk moet komen afleveren,
blijkt dit zeer lang te duren, omdat hij eerst op de kamer
van de Amsterdamse burgemeesters geroepen is, die
deze notariële akte willen lezen, zonder er nochtans een
afschrift van te willen hebben. daeruuijt te be-
mercken is hoe scherp die van Amsterdam op heurluij-
der zaecken letten schrijft de Haarlemse secretaris
na afloop (38). De moraal van de Overtoom-geschiedenis
is duidelijk: Amsterdam is een grote stad die kan doen en
laten wat ze wil; rechterlijke vonnissen zijn tegen Am
sterdam nauwelijks uitvoerbaar, want Amsterdam trekt
zich er niets van aan en doet wat het in zijn belang acht.
De Overtoom staat in dit opzicht niet op zichzelf. Leiden
ervaart hetzelfde in een geschil over visserijrechten.
Om te voorkomen dat Amsterdam nieuwe kanalen naar
het zuiden graaft, gaat Haarlem er in de 17e en 18e eeuw
toe over zoveel mogelijk heerlijkheden langs het Haar
lemmermeer op te kopen, zodat men kan vertrouwen dat
er door die gebieden geen nieuwe kanalen worden ge
graven. De mening van Amsterdammers over Haarlem
mers lijkt in die tijd niet gunstig. Een bekend drinklied
van Breero zegt:
Haarlemsche drooghe harten nu
Komt toont hier wie ghij zijn!
Wij Amsterdammers tarten U
Te drincken eens tot strijt:
Ellick die drinckt een volle kan,
Al wordt de buyck geswollen dan,
So loopt niet als een dollen man.
Blijft bij den dronck altijd (39).