Ja zelfs een braaven stoet Van Deftige Amstelaren Verheffen welgemoed Op juist gespannen snaren Den lof van 't Hout, so eel Dat all' de veldelingen, Bekoorlijk lustprieel! Mee luistren naar dat zingen (46). In hoeverre dat zingen der joelende en potverterende Amsterdammers nu juist zo treffend was dat alles er zich door aangetrokken voelde, kunnen we gerust voor reke ning van de dichterlijke fantasie van Dulkenraad zetten. In werkelijkheid zal het in de 18e eeuw weinig beter gesteld zijn geweest dan in de 19e, toen het juist niet de deftige Amstelaren waren die in de Hout onder de indruk van een genoeglijke dag hun zanglust botvierden. Vooral ook op Hartjesdag (maandag na Maria Hemel vaart) trokken veel Amsterdammers met de trekschuit of karren naar Haarlem om zich te vermaken in de Hout en de duinen rondom Kraantje Lek, waar zij de Blinkert afrolden zoals de Haarlemmer kinderen dat nog steeds doen. De trek naar Haarlem blijkt ook uit andere bron vrij groot te zijn geweest, tot grote verontwaardiging van de ne ringdoende stand in de Vechtstreek, die hiertegen pro testeerde. Een citaat uit 1777: Alles moet thans naar Haarlem. De Haarlemmerhout is nu het achtste wereld wonder. Die daar niet heen gaat, kan niet mede, kan nooit gezond worden of blijven. Deeze mode, of kan ik een ander, zagter woord hiervoor vinden, hebt gij lieden (artsen) ingevoerd, en houdt ze tot heden toe staande, ofschoon gij over deezen nu algemeen gaanden stroom, over deze algemeene navolging, lacht en spot. Hebt gij onder eenen deken gelegen met de bezitters van huisjes en tuintjes in en om den Haarlemmerhout? Hebt gij op U genomen om er huurlieden voor op te zoeken? Huisjes, tuintjes zo slecht, dat niemand der Haarlemse burgers die wilde aanzien, zijn nu alle verhuurd. Woningen, die het konden dragen, heeft men gesmaldeeld en er twee of drie Amsterdamse huisgezinnen ingestopt. Alles is vol, opgepropt vol, geen hutje meer voor geld of goede woorden te krijgen. Buitenplaatsjes, die men voor drie duizend gulden geen koper kon bezorgen, zijn tot elfdui zend in prijs gestegen. Het krioelt er van vreemde ge zichten, als een pot met pieren. Rein en onrein woont er. Alles is ziek en moet er gezond worden, of 't wil of niet!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1981 | | pagina 64