en zo ook daar toename van welvaart brengen. Afwach- tender kan het haast niet. Had Haarlem zich in 1631 beijverd met het graven van de trekvaart, in 1839 verzette de gemeente zich tegen de aanleg van de spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem, waarvan men geen goeds verwachtte. Het nut van de lijn ontging Haarlem en men zag alleen maar nadelen, zoals werkloosheid van schippers der trekschuiten (54). Op snelle verbindingen met Amsterdam stelde men geen prijs, en zo'n houding werkt lang door. Bij het graven van het Noordzeekanaal moest Haarlem veel moeite doen om gedaan te krijgen dat er via het zijkanaal-C een ver binding tot stand kwam tussen Haarlem en het kanaal. Amsterdam zag de noodzaak van dit kanaal niet in en heeft zich ertegen verzet. Dat het kanaal er kwam, was trouwens meer het gevolg van de inspanningen van de industriëlen alhier dan van die van het stadsbestuur, dat voor industrie geen belangstelling had. Dit artikel is een bewerking van een lezing uit 1974. Het was achteraf niet steeds mogelijk om de verwijsplaatsen alle te achterhalen. De archiefbescheiden waarnaar wordt verwezen bevinden zich op het Haarlemse gemeentear chief (GAH). (1) W.P.J. Overmeer. 'Een en ander over de Haarlemmers in het begin der 17e eeuw en hunne verhouding tot de Am sterdammers'. In: Navorscher, LVII (1909), 3-11. (2) Joh. de Vries. Amsterdam Rotterdam; rivaliteit in econo- mlsch-hlstorisch perspectief. Bussum, 1965. (3) S. Ampzing. Beschrijvinge ende lof der stad Haerlem. Haarlem, 1628, 388. (4) ld., 389. (5) Frans van Mieris. Groot charterboek der graaven van Hol land, van Zeeland en heeren van Vriesland. Deel III, Lei den, 1755,677. (6) Ampzing, a.w., 31. (7) G.H. Kurtz. Beknopte geschiedenis van Haarlem. Haarlem, 19463,10. (8) J. Ter Gouw. Geschiedenis van Amsterdam. Deel III. Am sterdam, 1881, 146. (9) Ampzing, a.w., 388. (10) A.G. van der Steur. Tijdgenoten over Haarlem I'. In: Jaar boek Haerlem 1969. Haarlem, 1970, 192. (11) GAH, Enschedé 1,1627. 65

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1981 | | pagina 67