Deze stimulansen waren kennelijk voldoende, want op
21 april 1884 weet de Opregte Haarlemsche Courant te
melden dat de NBTM bezig is haar centraal bureau in te
richten in het verkooplokaal 'Felix Favore' in de Smede-
straat nr. 23 (later beter bekend als het gebouw 'Sint
Bavo').
Ook de aanleg van het luchtlijnennet maakte goede
voortgang, zodat op 10 juli 1884 het lokale telefoonnet
Haarlem in dienst kon worden gesteld, als zevende in de
rij van Nederlandse steden. Op dat moment waren er 56
geabonneerden en stonden er nog 5 op de wachtlijst.
Voor een aansluiting betaalde men 60,- per perceel
per jaar. Het nut dat men van de aansluiting verwachtte,
resp. de mate van luxe die men zich ermee permitteerde,
laat zich wellicht het best illustreren door de hoogte van
het jaar-salaris van de bedienende telefonistes, dat toen
ca. 240,- bedroeg.
Telefoneren was (tot in 1897) alleen overdag mogelijk,
en de verbindingen werden door twee telefonistes, de
gezusters Kruysman, tot stand gebracht. Vanaf 5 augus
tus 1884 konden zij de abonnees ook doorverbinden met
het Rijkstelegraafkantoor (5), zodat dezen (tegen een
vergoeding van 5,-per jaar en 5 cent per telegram) hun
telegrammen telefonisch konden opgeven en ontvan
gen. Voor de verbindingen met Amsterdam was dit een
surrogaat voor de zozeer gewenste 'volkomen telepho-
nische gemeenschap tussen beide steden'.
Het zou nog tot januari 1888 duren eer de telefoonver
binding tussen Haarlem en Amsterdam tot stand kwam;
met de lijn Amsterdam-Zaandam was dat de eerste in
terlokale verbinding in ons land. De indruk is gewettigd
dat het niet zozeer technische problemen waren die zo
veel tijd vergden, maar dat de vrees voor concurrentie
voor de rijkstelegraaf ertoe leidde dat de noodzakelijke
wijzigingen van deTelegraafwetvan 1852 vertraagd wer
den. Toen eenmaal de eerste stap naar intercommunaal
telefoneren was gezet, werd de telefoonwereld voor de
Haarlemse aangeslotenen snel groter: in februari 1890
werd de dienst op de geleidingen naar Den Haag, Rotter
dam, Dordrecht en Zaandam geopend en op 1 april 1890
kwam de verbinding naar Zandvoort in dienst, terwijl
men vanaf 14 augustus van datzelfde jaar kon spreken
met Utrecht, Arnhem, Baarn en Hilversum.
Wie er zoal telefonisch spraken kunnen we pas achter
halen per 1 juli 1891. Van die datum is ons een gids
overgeleverd, waarin alle aangeslotenen op NBTM-net-
ten in Nederland vermeld staan, en uiteraard isookHaar-
74
Rechts: Twee bladzijden uit
de Officieele Gids der
Nederiandsche Bell-
Telephoon Maatschappij
voor Amsterdam, Haarlem,
Zaandam, Hilversum,
Baarn, Bussum, Utrecht,
Arnhem, Groningen,
Rotterdam, Dordrecht,
Schiedam en
's-Gravenhage.
Juli 1891.
Het eerst toegepaste
telefoontoestel. Bovenaan
bevindt zich het wektoestel
met de telefoon van Bell,
daaronder de microfoon
van Blake en onderaan het
batterijkastje voor de
stroomvoeding.