De gids van 1891 vermeldt slechts in een beperkt aantal gevallen het beroep of de activiteit van de aangeslote nen. Toch doen deze beperkte gegevens reeds iets vermoe den van de relatiepatronen tussen de 140 abonnees. Zegt het iets over de kring van potentiële klanten als we in de lijst 5 wijnhandelaren aantreffen (waarvan Jager Gerlings-toen nog handelend onder de firmanaam J.H. Enschedé - nu nog op hetzelfde adres gevestigd is)? In dezelfde lijn doordenkend vinden we de confiseur Dros te in de Grote Houtstraat en de zaak van 'visch, fruit en comestibles' van de Wed. Broekmeijer in de Kruisstraat. De brandstoffenhandel moeten wij uiteraard aan het wa ter zoeken: Van Breemen Co aan de Bakenesser- gracht. Voor het schilderwerk aan en in de huizen kon gebeld worden naar de (toen al 10 en nu inmiddels al 100 jaar bestaande) firma J.C. Cramer Zoon aan de Jans straat, terwijl vanaf het Spaarne de glashandel - met de toepasselijke naam: De Breuk-voor vernieuwing van de ruiten kon zorgen. Nog zakelijker zullen ongetwijfeld de contacten geweest zijn met de Haarlemsche Bankveree- niging (toen nog Kleine Houtstraat 11), de commissio nair in effecten Guepin Van der Vlugt of de makelaar Brinkman. Deze laatste had zijn kantoor op Zijlstraat 80, maar hij onderhield ook telefonisch contact met zijn woonhuis 'Postlust' in Heemstede. Een dergelijke communicatievoorziening binnen het be drijf vinden wij ook terug bij de drijfriemenfabriek Drost Zoon (het kantoor aan de Gedempte Oude Gracht en de fabriek aan de Harmenjansweg), bij de 'steenkopers en aannemers' Smits Reijnders (tussen Gedempte Ou de Gracht en Houtmarkt) (8)enz. Voorde politie moet het telefonisch contact tussen het bureau aan de Zijlstraat en de posten aan het Stationsplein, de Amsterdamse poort en de Grote Houtpoort een groot gemak geweest zijn, terwijl het bijna een uitkomst was voor de berich- tenuitwisseling tussen het kantoor van de (toen nog Am sterdamse) Duinwater-Maatschappij in het Frederiks- park en het ver verwijderde pompstation Leiduin. Rest ons ten slotte - met de Gids van 1891 in de hand - nog te vermelden dat het ook voor niet aangeslotenen mogelijk was om (lokale) telefoongesprekken te voeren. Sinds maart 1885 was er nl. een 'Publiek Telephoon- Station voor het plaatselijk telephoonverkeer' in de ves tibule van het spoorstation. Voor elke verbinding (die uiteraard via het centraal bureau tot stand gebracht moest worden) diende men 0,25 te betalen of een 78

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1981 | | pagina 80